Verhoudingen deel III: Mysticisme en theosofie: Difference between revisions

From Bouw wiki
Jump to navigation Jump to search
 
(12 intermediate revisions by the same user not shown)
Line 15: Line 15:


=== Inleiding ===
=== Inleiding ===
<blockquote>''Und was der ganzen Menschheit zugeteilt ist,''


En wat is toegewezen aan de hele mensheid,
Van de vroegste tijden af zocht de mens naar middelen om uiting te geven aan hetgeen wat in zijn geest leefde. Bouwkunst, dichtkunst, schilderkunst en muziek vertolken die drang. Waar de muziek het idee van het leven weergeeft, en de schilderkunst de ziel van de natuur, daar is de bouwkunst de tolk der cultuur. Zij is de draagster van het ''universele principe van de Schepping'', de weerspiegeling van de achtergrond der dingen. De taak van bouwkunst is om binnen tijd en ruimte te begrenzen wat ''buiten'' tijd en ruimte is. Om dit universele principe uit te drukken zonder het aan te tasten, is het alleen mogelijk om dit in ''vormenspraak'' te doen, welke zich in symbolen en proporties uitdrukken. Elk bouwwerk dat op deze basis wordt ontwerpen, zal de kiem ''der ware schoonheid'' in zich hebben.


''Will ich in meinem innern Selbst geniessen.''
Als wij willen weten waar de grens is tussen schoon en onschoon, dienen wij terug te grijpen naar de oorsprong der cultuur. Welke normen had de primitieve mens over schoonheid? Aan het begin was geen andere schoonheidsnorm dan de vormgeving van de natuur en de wetmatigheid van het Heelal. De mens zelf stemde zijn oog op deze proporties af. Generatie op generatie zijn deze maatverhoudingen in het onderbewustzijn een vaste proportie-wet geworden. De menselijke maten dienden zelf ook tot de schoonheidsnorm: zo werden voeten, handen, etc. gebruikt om te meten.


Wil ik genieten in mijn innerlijke zelf.
De piramiden van Gizeh en de tempels van Karnak bewaren in vorm en inscriptie de geheimen van de Egyptenaren. De Griekse tempels zijn als het ware boeken van steen, die een de duizendjarige inwijding verbergen. 'Ken U zelf en ge zult het heelal en de Goden kennen', was het opschrift van de tempel van Delphi. Romaanse basilica en Gotische kathedralen zijn de afschaduwing van de diep religieuze geest die de bouwers beroerde. Piramiden, tempels en kerkgebouwen vertegenwoordigen een bron van schoonheid en harmonie, die zich door de eeuwen heen niet hebben laten verdringen. Maar, zij hebben ons nog meer te bieden dan schoonheid en harmonie alleen. Deze bouwwerken zijn de vertolking van een strenge universele wet, waaraan zij in vorm en zinnebeeld getuigden. Dit ideaal heeft de bouwwerken een eeuwige kracht gegeven.


''Mit meinem Geist das Höchst’ und Tiefste greifen,''
De oude bouwkunst is een ware ''levende kunst'', die iets voor de beschouwer geheim lijkt te houden. Met de Renaissance werd een poging gedaan deze gedachte opnieuw tot leven te wekken, maar het vond geen diepte tot verdere groei. Het eindigde als flauwe afschaduwing van het ware wezen van de oude ''Levende Kunst''. De kennis van de ware bouwkunst is vrijwel compleet verdwenen. Het heeft haar waarde verloren. Efficiëntie en utiliteit hebben de plaats ingenomen van de ware schoonheid en harmonie. De architectuur van tegenwoordig ligt in materiële overwegingen, waardoor niets anders dan materialistische architectuur uit voortgebracht wordt. Het is de wijze van bouwen, en niet het bouwen zelf, die architectuur tot kunst verheft. Ware bouwkunst kan alleen groeien als het bouwwerk een middel is, ''geen'' doel. Het is een middel tot expressie van de geest der bouwmeesters, naast bruikbaarheid en nuttigheid. De universele wet die de mens tot het scheppen van zijn bouwwerken inspireerde moet bewust of onbewust leven in de geest van elke architect, zodat hij hierdoor geleidt wordt tijdens het vervullen van zijn taak. Zelfs oppervlakkige kennis van die wet doet starre vormen leven!


Grijp het hoogste en laagste met mijn geest,
De bouwkunst van vroegere culturen getuigt dus in proportie, en naar de kennis van de ''Universele Scheppingswet''. De sierende beeldkunst spreekt van de ''wetmatigheid der Natuur'' en van de Kosmos. Beiden zijn te beschouwen als esoterische leer, met daarnaast exoterische eredienst. De ''priester-bouwmeester'' bedekte zijn kennis met de ''drievoudige sluier der symboliek''. Alleen op deze wijze zou die kennis eeuw na eeuw bewaard blijven.


''Ihr Wohl und Weh auf meinem Busen häufen''
<blockquote>''Symbols are more true than language, more eloquent than poetry, more suggestive than definitions,''


Stapel hun wel en wee op mijn boezem
''and the more valuable because they rather hint at the Unknown than map out the Known.''


''Und so mein eigen Selbst zu Ihrem Selbst erweiern.''
</blockquote>


En zo verander ik mijn eigen ik in jouw zelf.
== De bouwkunst der oude beschaving ==


=== Bouwkunst als het zinnebeeld der Schepping ===
De bouwkunst is de uiting een volk, de spiegel van een cultuur, de ''Draagster'' van het ''licht'' van een beschaving. Een bestudering van de oorzaken der vormgeving is noodzakelijk om tot de essentie te komen van de bouwkunst.Reeds in de oudste tijden heeft de mens, onder de indruk van de grootsheid van het Heelal, getracht daarvan in monumenten en bouwwerken te getuigen. De bestudering van de wetten van het Heelal en van de natuur nam onder de volkeren in Azië en Egypte een zeer belangrijke plaats in.


Slechts de architecten die de diepten van de kosmos en natuur onderzochten; de kennis van de universele wetgeving waarnaar de hemel en aarde geschapen waren; waren waardig het hoge ambt van ''Archê-Tecton'' te bekleden. De Archê-Tecton is de waarachtige bouwmeester. Dit is iemand die vorm geeft aan de stof, iemand die de begrenzing daarvan in drie dimensies meester is en de schoonheidsnormen kent waarnaar de aarde en al wat leeft geschapen werd:


- Goethe’s Faust.</blockquote>
Het scheppen van een volmaakt bouwwerk was niet primair. De doelstelling was om een monument te stichten waarin zich de volmaaktheid van het heelal en het universele schoonheidsprincipe werd weerspiegeld. De vervulling van deze taak is te aanschouwen in de piramiden. (Pyra-midos = lichten(de) maten). In deze maten zijn verhoudingen vastgelegd, die het wezen van oneindigheid bevatten. Deze verhoudingen zijn in harmonie met de schepping. Indische en Griekse tempels, piramiden en Arabische moskeeën zijn voorbeelden van de symboliek van hetzelfde idee.


Elke persoonlijke overweging is hier niet van toepassing, het is slechts ''bouwen omwille van het universele scheppingsprincipe''. Naast maat en verhouding spreekt ook ornamentale symboliek boekdelen. Beeldhouwkunst, getallenstelsels, letterwaarden en hiëroglyfen verbergen een diepe zin.


Waar de muziek het idee van het leven weergeeft, en de schilderkunst de ziel van de natuur, daar is de bouwkunst de tolk der cultuur. Zij is de draagster van het universele principe van de Schepping, de weerspiegeling van de achtergrond der dingen. De taak van bouwkunst is om binnen tijd en ruimte te begrenzen wat buiten tijd en ruimte is.
Door de bouwkunst gaan twee stromen die elkaar dragen en aanvullen. De eerste is het geestelijke, ''het intuïtieve''. De tweede is het tastbare, ''het deductieve''. De eerste is de Leer, de tweede de Eredienst.


Om dit universele principe uit te drukken zonder het aan te tasten, is het alleen mogelijk om dit in vormenspraak te doen, welke zich in symbolen en proporties uitdrukken. Elk bouwwerk dat op deze basis wordt ontwerpen, zal de kiem der ware schoonheid in zich hebben.
=== Het Gods-begrip in de bouwkunst ===
Kunst is geboren uit Godsdienst. Het is de uiterlijke vorm, de getuigenis van het Goddelijke, de uitdrukking der elementen, waarop de eredienst is gebaseerd.


Als wij willen weten waar de grens is tussen schoon en onschoon, dienen wij terug te grijpen naar de oorsprong der cultuur. Welke normen had de primitieve mens over schoonheid?
De kennis over symboliek draagt er toe bij het innerlijk wezen van kunst op een correcte wijze te belichten en te verklaren. Wij moeten het doel van de oude bouwkunst zien als eerbetoon aan de Schepper, en een weerspiegeling van het geschapene. Theoretisch gezien stond hierdoor vast aan welke voorwaarden een kunstwerk moest voldoen. De priester-bouwmeester diende de grondregel te kenen waarnaar alles was geformeerd, om zelf volmaakt te kunnen scheppen. Deze grondregel moest de goddelijke verhouding bevatten, waarmee het volmaakt schone kan worden geformuleerd. Op allerlei wijzen hebben volken geprobeerd deze verhouding te omlijnen en vast te leggen in maat en getal.


Aan het begin was geen andere schoonheidsnorm dan de vormgeving van de natuur en de wetmatigheid van het Heelal. De mens zelf stemde zijn oog op deze proporties af. Generatie op generatie zijn deze maatverhoudingen in het onderbewustzijn een vaste proportie-wet geworden.
Zoals de meeste zinnebeelden zijn ook de cirkel, driehoek en vierkant voortgekomen uit het waarnemen van hemellichamen en hun groeperingen.


De menselijke maten dienden zelf ook tot de schoonheidsnorm: zo werden voeten, handen, etc. gebruikt om te meten.
==== De cirkel ====
De cirkel is een oneindige lijn, waarvan het begin met het einde samenvalt. Dit is het symbool van oneindigheid en alomvattendheid, het zinnebeeld der Godheid. Het is de slang met de staart in de bek, het 'Koord der Engelen', dat slechts gemeten kan worden door de  π-formule, waarvan de cijferwaarde in Hebreeuwse boeken 3,1415: de Schepper, ''Elohim'', ''Alhim'' beduidt. In de bouwkunst is de cirkel ook het symbool van volmaaktheid. Als plattegrond wijst de cirkel op eenheid en zelfstandigheid.


Van de vroegste tijden af zocht de mens naar middelen om uiting te geven aan hetgeen wat in zijn geest leefde. Bouwkunst, dichtkunst, schilderkunst en muziek vertolken die drang.
Bij verschillende religieuze volksgroepen is de cirkel het grond-zinnebeeld. Bij de Egyptenaren wijst het op de Zon, ''Osiris'', terwijl de punt in het midden verwijst naar de manifesterende geest, ''Ra'', de stralende, zichtbare zon. De Indo-Europeanen gebruikten ook de cirkel als het symbool van de Zon, maar dan niet omgeven door een filosofisch oogpunt.


De piramiden van Gizeh en de tempels van Karnak bewaren in vorm en inscriptie de geheimen van de Egyptenaren. De Griekse tempels zijn als het ware boeken van steen, die een de duizendjarige inwijding verbergen. 'Ken U zelf en ge zult het heelal en de Goden kennen', was het opschrift van de tempel van Delphi. Romaanse basilica en Gotische kathedralen zijn de afschaduwing van de diep religieuze geest die de bouwers beroerde. Piramiden, tempels en kerkgebouwen vertegenwoordigen een bron van schoonheid en harmonie, die zich door de eeuwen heen niet hebben laten verdringen.
Het Arische zinnebeeld voor de Zon is de Leeuw. En de Egyptische Ra wordt geschreven als Rhy of Lhy, maar gesproken als Lev, Leu of Lewe. Het schriftbeeld voor de stoffelijke zon is dus de leeuw, waarvan de uitspraak analoog is met ''leven''. Voor de meer zuidelijk wonende volkeren betekent de Zon het terugkerende leven van de natuur. Het is dan ook bij het begin van de zomer dat de astrologische Leeuw binnentreedt.


Maar, zij hebben ons nog meer te bieden dan schoonheid en harmonie alleen.
==== De cirkel met een punt ====
Het symbool van de cirkel met een punt in het midden is een voorstelling van de manifesterende Godheid, zoals de Egyptische ''Ra''. Zowel in het Oosten als in Mexico zijn symbolen gevonden waarbij de zon spiralen uitzendt, die een punt omringen, waardoor de schepping wordt gesymboliseerd. De zonnekracht wordt in haar beweging voorgesteld door spiralen in de tegengestelde richting. Dit spiraalmotief is verder ook te vinden in Azië en Europa.
==== De verticaal ====
De verticaal vertegenwoordigt de neerdalende geest in de stof. De verticaal, de geest, het mannelijk beginsel, dient ook in de bouwkunst activiteit, energie en groei aan te gevel.


Deze bouwwerken zijn de vertolking van een strenge universele wet, waaraan zij in vorm en zinnebeeld getuigden. Dit ideaal heeft de bouwwerken een eeuwige kracht gegeven.
==== De horizontaal ====
De horizontaal is het zinnebeeld van de aarde en datgene dat op bevruchting wacht, de stof zelf. De horizontaal, de stof, het vrouwelijk principe, dient ook in de bouwkunst het passieve, onbewogen element aan te geven. Het wijst op rust en ongereptheid.


De oude bouwkunst is een ware levende kunst, die iets voor de beschouwer geheim lijkt te houden.
==== Het kruis ====
Mannelijke en vrouwelijk, geest en stof, verticaal en horizontaal tot een kruis verenigd, is het symbool van de aarde. Het is het evenwicht tussen positief en negatief, het is de Schepping. Oude wijsgeren en later alchimisten verenigden in het kruis de vier elementen: vuur, aarde, lucht en water. Het gevleugelde kruis, de Swastika, was voor de Egyptenaren het symbool van evolutie, een wenteling.


Met de Renaissance werd een poging gedaan deze gedachte opnieuw tot leven te wekken, maar het vond geen diepte tot verdere groei. Het eindigde als flauwe afschaduwing van het ware wezen van de oude Levende Kunst.
==== Het kruis in de cirkel ====
Cirkel en kruis duiden elk afzonderlijk op geest en stof. Het kruis in de cirkel is de openbaring van de Goddelijke Geest, een symbool dat onder bijna alle volksgroepen van de oude beschaving een belangrijke plaats innam.


De kennis van de ware bouwkunst is vrijwel compleet verdwenen. Het heeft haar waarde verloren. Efficiëntie en utiliteit hebben de plaats ingenomen van de ware schoonheid en harmonie. De architectuur van tegenwoordig ligt in materiële overwegingen, waardoor niets anders dan materialistische architectuur uit voortgebracht wordt. Het is de wijze van bouwen, en niet het bouwen zelf, die architectuur tot kunst verheft. Ware bouwkunst kan alleen groeien als het bouwwerk een middel is, geen doel. Het is een middel tot expressie van de geest der bouwmeesters, naast bruikbaarheid en nuttigheid.
==== De driehoek ====
Uit de bovenstaande elementaire figuren komen geometrische symbolen voort. De driehoek is daarvan een van de meest belangrijke. Dit symbool bleef door de eeuwen heen een prominent symbool, beladen met overweldigend diepzinnige beschouwingen. Eén lijn kan, mits het geen cirkel is, geen volstrekt figuur voorstelen. Ook twee lijnen zijn niet voldoende. Er ontstaat pas een figuur wanneer er drie lijnen worden verbonden. Daarom heeft de driehoek de eerste volmaaktheid uitgedrukt, opgebouwd uit drie lijnen, belichaming van de drie rijken der natuur, het embleem van de drie-eenheid, het eeuwige. In het Latijn zowel in het Frans begint de naam van de Schepper met een D: ''Deus'', ''Dieu'' waarvan dit overeenkomt met de Griekse delta, Δ. De driehoek is dus een nieuw symbool van Godheid, het symbool van de scheppende, goddelijke Kracht.


De universele wet die de mens tot het scheppen van zijn bouwwerken inspireerde moet bewust of onbewust leven in de geest van elke architect, zodat hij hierdoor geleidt wordt tijdens het vervullen van zijn taak. Zelfs oppervlakkige kennis van die wet doet starre vormen leven!
De piramiden zijn een samenkomst van dit allen, waarbij een viertal driehoeken naar de vier hemelstreken gekeerd, het stoffelijk vierkant omsluiten. De spirituele driehoek heeft in het vierkant zijn stoffelijke tegenhanger. Heel bewust werd voor deze vorm gekozen om door de jaren heen een heilige kennis te bewaren.
 
De bouwkunst van vroegere culturen getuigt dus in proportie, en naar de kennis van de Universele Scheppingswet. De sierende beeldkunst spreekt van de wetmatigheid der Natuur en van de Kosmos. Beiden zijn te beschouwen als esoterische leer, met daarnaast exoterische eredienst. De priester-bouwmeester bedekte zijn kennis met de drievoudige sluier der symboliek. Alleen op deze wijze zou die kennis eeuw na eeuw bewaard blijven.
 
<blockquote>Symbols are more true than language, more eloquent than poetry, more suggestive than definitions, and the more valuable because they rather hint at the Unknown than map out the Known.
 
</blockquote>

Latest revision as of 08:13, 19 June 2023

Introductie

De vraag, hoe het komt dan men vroeger in het algemeen meer schoonheidsontroering voelde bij het zien van bouwkunst, is al vaker gesteld. Door in het antwoord te verwijzen naar ornamentiek en vakmanschap is men er nog niet. Er moet nog iets anders zijn, wat kenmerkend is voor de oude bouwkunst.

Aangezien kunst een openbaringvorm is van een zielservaring, treedt de innige beschouwing van een kunstwerk over de grenzen van verstandelijk begrijpen, en komt het op terrein van de ziel, waar geloven regel is en denken ophoudt. Op dit gebied hervindt de ziel de band met het Eeuwig Onveranderlijke. Het Eeuwig Onveranderlijke voert tot de oorsprong van het leven.

Geloven is een moeilijk ding voor de mens wiens het redeneren en verstandelijk begrijpen tot basis van het levensinzicht is geworden. Maar, ook in deze mens kan de ziel het verband met de oorsprong van het leven niet kwijt raken. Hij moet in het onderbewustzijn zijn Schepper erkennen. Hij moet Hem herkennen, de Opperbouwmeester van het Heelal wiens werk zich openbaart in de macrokosmos als de microkosmos.

Het menselijk verstand begrijpt logische gedachtegang, beredeneert wiskundige grondslagen en speurt naar de samenhang der dingen welke het oog ziet en het denken vermoedt. De mens is zó op dit gebied doordrongen, dat hij weet hoe maat en getal de grondslagen zijn waarop de constructie van het Heelal van verschijningsvormen berust.

De priester-bouwmeesters van vroeger bezaten deze wetenschap als wijsheid, en gebruikten dit bij het ontwerpen van hun gebouwen. Zij vonden dezelfde wetmatigheid in de levende natuur en verwerkten deze vondsten in de ornamentiek van kapitelen en fialen. Vandaar de nauwe samenhang tussen het bouwwerk en zijn versiering. De eenvoudige mens, die het raadsel van het leven niet redeneerde maar dit aanvaardde als een kostbare gave van zijn Schepper, herkende dit zuiver en duidelijk.

Zou hier misschien het antwoord op in het begin gestelde vraag besloten zijn? Is de tegenwoordige mens onderbewust de mathematische grondslagen van het Heelal te herkennen, en daarin zijn Schepper te ontmoeten, zoals hij dat ook doet in de natuur, welke tot geluksstaat van een schoonheidservaring voert?

Diepere bezinning van mystiek der bouwkunst is noodzakelijk. Dit is de taal van het onzegbare en het onzienlijke. Het loslaten van deze wetten is een van de oorzaken waardoor bouwkunst van deze tijd niet rust en tevredenheid schenkt.

Inleiding

Van de vroegste tijden af zocht de mens naar middelen om uiting te geven aan hetgeen wat in zijn geest leefde. Bouwkunst, dichtkunst, schilderkunst en muziek vertolken die drang. Waar de muziek het idee van het leven weergeeft, en de schilderkunst de ziel van de natuur, daar is de bouwkunst de tolk der cultuur. Zij is de draagster van het universele principe van de Schepping, de weerspiegeling van de achtergrond der dingen. De taak van bouwkunst is om binnen tijd en ruimte te begrenzen wat buiten tijd en ruimte is. Om dit universele principe uit te drukken zonder het aan te tasten, is het alleen mogelijk om dit in vormenspraak te doen, welke zich in symbolen en proporties uitdrukken. Elk bouwwerk dat op deze basis wordt ontwerpen, zal de kiem der ware schoonheid in zich hebben.

Als wij willen weten waar de grens is tussen schoon en onschoon, dienen wij terug te grijpen naar de oorsprong der cultuur. Welke normen had de primitieve mens over schoonheid? Aan het begin was geen andere schoonheidsnorm dan de vormgeving van de natuur en de wetmatigheid van het Heelal. De mens zelf stemde zijn oog op deze proporties af. Generatie op generatie zijn deze maatverhoudingen in het onderbewustzijn een vaste proportie-wet geworden. De menselijke maten dienden zelf ook tot de schoonheidsnorm: zo werden voeten, handen, etc. gebruikt om te meten.

De piramiden van Gizeh en de tempels van Karnak bewaren in vorm en inscriptie de geheimen van de Egyptenaren. De Griekse tempels zijn als het ware boeken van steen, die een de duizendjarige inwijding verbergen. 'Ken U zelf en ge zult het heelal en de Goden kennen', was het opschrift van de tempel van Delphi. Romaanse basilica en Gotische kathedralen zijn de afschaduwing van de diep religieuze geest die de bouwers beroerde. Piramiden, tempels en kerkgebouwen vertegenwoordigen een bron van schoonheid en harmonie, die zich door de eeuwen heen niet hebben laten verdringen. Maar, zij hebben ons nog meer te bieden dan schoonheid en harmonie alleen. Deze bouwwerken zijn de vertolking van een strenge universele wet, waaraan zij in vorm en zinnebeeld getuigden. Dit ideaal heeft de bouwwerken een eeuwige kracht gegeven.

De oude bouwkunst is een ware levende kunst, die iets voor de beschouwer geheim lijkt te houden. Met de Renaissance werd een poging gedaan deze gedachte opnieuw tot leven te wekken, maar het vond geen diepte tot verdere groei. Het eindigde als flauwe afschaduwing van het ware wezen van de oude Levende Kunst. De kennis van de ware bouwkunst is vrijwel compleet verdwenen. Het heeft haar waarde verloren. Efficiëntie en utiliteit hebben de plaats ingenomen van de ware schoonheid en harmonie. De architectuur van tegenwoordig ligt in materiële overwegingen, waardoor niets anders dan materialistische architectuur uit voortgebracht wordt. Het is de wijze van bouwen, en niet het bouwen zelf, die architectuur tot kunst verheft. Ware bouwkunst kan alleen groeien als het bouwwerk een middel is, geen doel. Het is een middel tot expressie van de geest der bouwmeesters, naast bruikbaarheid en nuttigheid. De universele wet die de mens tot het scheppen van zijn bouwwerken inspireerde moet bewust of onbewust leven in de geest van elke architect, zodat hij hierdoor geleidt wordt tijdens het vervullen van zijn taak. Zelfs oppervlakkige kennis van die wet doet starre vormen leven!

De bouwkunst van vroegere culturen getuigt dus in proportie, en naar de kennis van de Universele Scheppingswet. De sierende beeldkunst spreekt van de wetmatigheid der Natuur en van de Kosmos. Beiden zijn te beschouwen als esoterische leer, met daarnaast exoterische eredienst. De priester-bouwmeester bedekte zijn kennis met de drievoudige sluier der symboliek. Alleen op deze wijze zou die kennis eeuw na eeuw bewaard blijven.

Symbols are more true than language, more eloquent than poetry, more suggestive than definitions,

and the more valuable because they rather hint at the Unknown than map out the Known.

De bouwkunst der oude beschaving

Bouwkunst als het zinnebeeld der Schepping

De bouwkunst is de uiting een volk, de spiegel van een cultuur, de Draagster van het licht van een beschaving. Een bestudering van de oorzaken der vormgeving is noodzakelijk om tot de essentie te komen van de bouwkunst.Reeds in de oudste tijden heeft de mens, onder de indruk van de grootsheid van het Heelal, getracht daarvan in monumenten en bouwwerken te getuigen. De bestudering van de wetten van het Heelal en van de natuur nam onder de volkeren in Azië en Egypte een zeer belangrijke plaats in.

Slechts de architecten die de diepten van de kosmos en natuur onderzochten; de kennis van de universele wetgeving waarnaar de hemel en aarde geschapen waren; waren waardig het hoge ambt van Archê-Tecton te bekleden. De Archê-Tecton is de waarachtige bouwmeester. Dit is iemand die vorm geeft aan de stof, iemand die de begrenzing daarvan in drie dimensies meester is en de schoonheidsnormen kent waarnaar de aarde en al wat leeft geschapen werd:

Het scheppen van een volmaakt bouwwerk was niet primair. De doelstelling was om een monument te stichten waarin zich de volmaaktheid van het heelal en het universele schoonheidsprincipe werd weerspiegeld. De vervulling van deze taak is te aanschouwen in de piramiden. (Pyra-midos = lichten(de) maten). In deze maten zijn verhoudingen vastgelegd, die het wezen van oneindigheid bevatten. Deze verhoudingen zijn in harmonie met de schepping. Indische en Griekse tempels, piramiden en Arabische moskeeën zijn voorbeelden van de symboliek van hetzelfde idee.

Elke persoonlijke overweging is hier niet van toepassing, het is slechts bouwen omwille van het universele scheppingsprincipe. Naast maat en verhouding spreekt ook ornamentale symboliek boekdelen. Beeldhouwkunst, getallenstelsels, letterwaarden en hiëroglyfen verbergen een diepe zin.

Door de bouwkunst gaan twee stromen die elkaar dragen en aanvullen. De eerste is het geestelijke, het intuïtieve. De tweede is het tastbare, het deductieve. De eerste is de Leer, de tweede de Eredienst.

Het Gods-begrip in de bouwkunst

Kunst is geboren uit Godsdienst. Het is de uiterlijke vorm, de getuigenis van het Goddelijke, de uitdrukking der elementen, waarop de eredienst is gebaseerd.

De kennis over symboliek draagt er toe bij het innerlijk wezen van kunst op een correcte wijze te belichten en te verklaren. Wij moeten het doel van de oude bouwkunst zien als eerbetoon aan de Schepper, en een weerspiegeling van het geschapene. Theoretisch gezien stond hierdoor vast aan welke voorwaarden een kunstwerk moest voldoen. De priester-bouwmeester diende de grondregel te kenen waarnaar alles was geformeerd, om zelf volmaakt te kunnen scheppen. Deze grondregel moest de goddelijke verhouding bevatten, waarmee het volmaakt schone kan worden geformuleerd. Op allerlei wijzen hebben volken geprobeerd deze verhouding te omlijnen en vast te leggen in maat en getal.

Zoals de meeste zinnebeelden zijn ook de cirkel, driehoek en vierkant voortgekomen uit het waarnemen van hemellichamen en hun groeperingen.

De cirkel

De cirkel is een oneindige lijn, waarvan het begin met het einde samenvalt. Dit is het symbool van oneindigheid en alomvattendheid, het zinnebeeld der Godheid. Het is de slang met de staart in de bek, het 'Koord der Engelen', dat slechts gemeten kan worden door de  π-formule, waarvan de cijferwaarde in Hebreeuwse boeken 3,1415: de Schepper, Elohim, Alhim beduidt. In de bouwkunst is de cirkel ook het symbool van volmaaktheid. Als plattegrond wijst de cirkel op eenheid en zelfstandigheid.

Bij verschillende religieuze volksgroepen is de cirkel het grond-zinnebeeld. Bij de Egyptenaren wijst het op de Zon, Osiris, terwijl de punt in het midden verwijst naar de manifesterende geest, Ra, de stralende, zichtbare zon. De Indo-Europeanen gebruikten ook de cirkel als het symbool van de Zon, maar dan niet omgeven door een filosofisch oogpunt.

Het Arische zinnebeeld voor de Zon is de Leeuw. En de Egyptische Ra wordt geschreven als Rhy of Lhy, maar gesproken als Lev, Leu of Lewe. Het schriftbeeld voor de stoffelijke zon is dus de leeuw, waarvan de uitspraak analoog is met leven. Voor de meer zuidelijk wonende volkeren betekent de Zon het terugkerende leven van de natuur. Het is dan ook bij het begin van de zomer dat de astrologische Leeuw binnentreedt.

De cirkel met een punt

Het symbool van de cirkel met een punt in het midden is een voorstelling van de manifesterende Godheid, zoals de Egyptische Ra. Zowel in het Oosten als in Mexico zijn symbolen gevonden waarbij de zon spiralen uitzendt, die een punt omringen, waardoor de schepping wordt gesymboliseerd. De zonnekracht wordt in haar beweging voorgesteld door spiralen in de tegengestelde richting. Dit spiraalmotief is verder ook te vinden in Azië en Europa.

De verticaal

De verticaal vertegenwoordigt de neerdalende geest in de stof. De verticaal, de geest, het mannelijk beginsel, dient ook in de bouwkunst activiteit, energie en groei aan te gevel.

De horizontaal

De horizontaal is het zinnebeeld van de aarde en datgene dat op bevruchting wacht, de stof zelf. De horizontaal, de stof, het vrouwelijk principe, dient ook in de bouwkunst het passieve, onbewogen element aan te geven. Het wijst op rust en ongereptheid.

Het kruis

Mannelijke en vrouwelijk, geest en stof, verticaal en horizontaal tot een kruis verenigd, is het symbool van de aarde. Het is het evenwicht tussen positief en negatief, het is de Schepping. Oude wijsgeren en later alchimisten verenigden in het kruis de vier elementen: vuur, aarde, lucht en water. Het gevleugelde kruis, de Swastika, was voor de Egyptenaren het symbool van evolutie, een wenteling.

Het kruis in de cirkel

Cirkel en kruis duiden elk afzonderlijk op geest en stof. Het kruis in de cirkel is de openbaring van de Goddelijke Geest, een symbool dat onder bijna alle volksgroepen van de oude beschaving een belangrijke plaats innam.

De driehoek

Uit de bovenstaande elementaire figuren komen geometrische symbolen voort. De driehoek is daarvan een van de meest belangrijke. Dit symbool bleef door de eeuwen heen een prominent symbool, beladen met overweldigend diepzinnige beschouwingen. Eén lijn kan, mits het geen cirkel is, geen volstrekt figuur voorstelen. Ook twee lijnen zijn niet voldoende. Er ontstaat pas een figuur wanneer er drie lijnen worden verbonden. Daarom heeft de driehoek de eerste volmaaktheid uitgedrukt, opgebouwd uit drie lijnen, belichaming van de drie rijken der natuur, het embleem van de drie-eenheid, het eeuwige. In het Latijn zowel in het Frans begint de naam van de Schepper met een D: Deus, Dieu waarvan dit overeenkomt met de Griekse delta, Δ. De driehoek is dus een nieuw symbool van Godheid, het symbool van de scheppende, goddelijke Kracht.

De piramiden zijn een samenkomst van dit allen, waarbij een viertal driehoeken naar de vier hemelstreken gekeerd, het stoffelijk vierkant omsluiten. De spirituele driehoek heeft in het vierkant zijn stoffelijke tegenhanger. Heel bewust werd voor deze vorm gekozen om door de jaren heen een heilige kennis te bewaren.