Art Nouveau: Difference between revisions
(23 intermediate revisions by the same user not shown) | |||
Line 1: | Line 1: | ||
== Geschiedenis == | == Geschiedenis == | ||
[[File:Tijdlijn 1.png|center]] | [[File:Tijdlijn 1.png|center]] | ||
Line 29: | Line 26: | ||
</gallery> | </gallery> | ||
==== 1871 – 1914: Belle époque ==== | ==== 1871 – 1914: Belle époque ==== | ||
<u>[https://nl.wikipedia.org/wiki/Belle_%C3%A9poque Belle époque]</u>, Frans voor ''‘het mooie tijdperk’'', is een periode vanaf eind 19<sup>de</sup> eeuw tot het begin van de <u>[https://nl.wikipedia.org/wiki/Eerste_Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog]</u>. Het was een tijdperk van welvaart en ontplooiing van kunsten en wetenschappen. De wetenschappelijke ontwikkelingen zorgden voor verwarring omdat de ontdekkingen tegenstrijdig waren met de bestaande orde. Denk hierbij aan de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Evolutietheorie <u>evolutieleer</u>] van Darwin versus het [https://nl.wikipedia.org/wiki/Scheppingsverhaal_(Genesis) Scheppingsverhaal], de opkomst van het [https://nl.wikipedia.org/wiki/Socialisme <u>socialisme</u>] versus de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Burgerij <u>bourgeoisie</u>], maar ook de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Psychoanalyse <u>Freudiaanse psychologie</u>] en [https://nl.wikipedia.org/wiki/Nihilisme_(filosofie) <u>nihilistische filosofie</u>]. Men ging de nieuwe eeuw in met zowel verwachtingen als angst. Deze combinatie leidde in de kunst tot een vlucht uit de realiteit met behulp van overmatige mooiigheid. Tegenstrijdig met de luxueuze stijl ontstond het <u>[https://nl.wikipedia.org/wiki/Realisme_(kunststroming) realisme]</u>en <u>[https://nl.wikipedia.org/wiki/Impressionisme impressionisme]</u>waarvan het doel was om de werkelijkheid zo uit te beelden als hoe het is.<gallery mode="packed" heights="200"> | <u>[https://nl.wikipedia.org/wiki/Belle_%C3%A9poque Belle époque]</u>, Frans voor ''‘het mooie tijdperk’'', is een periode vanaf eind 19<sup>de</sup> eeuw tot het begin van de <u>[https://nl.wikipedia.org/wiki/Eerste_Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog]</u>. Het was een tijdperk van welvaart en ontplooiing van kunsten en wetenschappen. De wetenschappelijke ontwikkelingen zorgden voor verwarring omdat de ontdekkingen tegenstrijdig waren met de bestaande orde. Denk hierbij aan de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Evolutietheorie <u>evolutieleer</u>] van Darwin versus het [https://nl.wikipedia.org/wiki/Scheppingsverhaal_(Genesis) Scheppingsverhaal], de opkomst van het [https://nl.wikipedia.org/wiki/Socialisme <u>socialisme</u>] versus de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Burgerij <u>bourgeoisie</u>], maar ook de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Psychoanalyse <u>Freudiaanse psychologie</u>] en [https://nl.wikipedia.org/wiki/Nihilisme_(filosofie) <u>nihilistische filosofie</u>]. Men ging de nieuwe eeuw in met zowel verwachtingen als angst. Deze combinatie leidde in de kunst tot een vlucht uit de realiteit met behulp van overmatige mooiigheid. Tegenstrijdig met de luxueuze stijl ontstond het <u>[https://nl.wikipedia.org/wiki/Realisme_(kunststroming) realisme]</u>en <u>[https://nl.wikipedia.org/wiki/Impressionisme impressionisme]</u>waarvan het doel was om de werkelijkheid zo uit te beelden als hoe het is. | ||
De architectuur uit de Belle époque wordt gekenmerkt door de bouw van veel iconische monumenten in verschillende steden over heel Europa. Veel van deze gebouwen werden gebouwd als project om een goede reputatie te creëren voor een land. Het gaat hier om luxueuze gebouwen zoals musea, theaters, treinstations, paleizen, hotels, monumenten en tentoonstellingsgebouwen. | |||
De Eerste Wereldoorlog maakte abrupt een einde aan Belle époque.<gallery mode="packed" heights="200"> | |||
File:Le bar de Maxim's door Pierre-Victor Gallandian.jpg|alt=Le bar de Maxim's door Pierre-Victor Galland, 1890|''Le bar de Maxim's'' door Pierre-Victor Galland, 1890 | File:Le bar de Maxim's door Pierre-Victor Gallandian.jpg|alt=Le bar de Maxim's door Pierre-Victor Galland, 1890|''Le bar de Maxim's'' door Pierre-Victor Galland, 1890 | ||
File: | File:Luxueus interieur van Athénée Théâtre Louis-Jouvet.jpg|alt=Luxueus interieur van Athénée Théâtre Louis-Jouvet|Luxueus interieur van ''Athénée Théâtre Louis-Jouvet'' | ||
File:Ansichtkaart Eiffeltoren, 1909.jpg|alt=Ansichtkaart Eiffeltoren, 1909|Ansichtkaart ''Eiffeltoren'', 1909 | |||
</gallery> | </gallery> | ||
<gallery mode="packed" heights="200"> | <gallery mode="packed" heights="200"> | ||
File:Industrialisatie.jpg|alt=Industrialisatie|Industrialisatie | File:Industrialisatie.jpg|alt=Industrialisatie|Industrialisatie | ||
File:Wereldtentoonstelling van de Machinehal, Parijs.jpg|alt=Wereldtentoonstelling van de Machinehal, Parijs|Wereldtentoonstelling van de ''Machinehal'', Parijs | |||
File:Armoede tijdens de Victoriaanse periode.jpg|alt=Armoede tijdens de Victoriaanse periode|Armoede tijdens de Victoriaanse periode | File:Armoede tijdens de Victoriaanse periode.jpg|alt=Armoede tijdens de Victoriaanse periode|Armoede tijdens de Victoriaanse periode | ||
File:Bladzijde uit Darwins boek over evolutieleer.jpg|alt=Bladzijde uit Darwins boek over evolutieleer|Bladzijde uit Darwins boek over evolutieleer | File:Bladzijde uit Darwins boek over evolutieleer.jpg|alt=Bladzijde uit Darwins boek over evolutieleer|Bladzijde uit Darwins boek over evolutieleer | ||
</gallery> | </gallery> | ||
==== 1890 – 1914: Art Nouveau ==== | ==== 1890 – 1914: Art Nouveau ==== | ||
Line 75: | Line 73: | ||
=== Bewegingen === | === Bewegingen === | ||
==== L’Essor ==== | ==== L’Essor ==== | ||
''<u>[https://nl.wikipedia.org/wiki/L%27Essor L'Essor]</u>'' is de de voorganger van ''Les XX,'' Frans voor ''‘de groei’'', die van 1876 tot 1891 actief was. Het was opgericht door studenten van een kunstacademie in Brussel en hun doel was om kunst in het dagelijkse leven weer te herenigen. De leden werden gezien als progressief en rebels, ze waren tegenstanders van de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Burgerij bourgeoisie] en de conservatieve kijk op kunst van die tijd. In 1883 verlieten een aantal leden de groep na onenigheden over dat ''L’Essor'' geen concreet plan had; ze verwelkomden kunstenaars van het realisme zowel <u>[https://nl.wikipedia.org/wiki/Avant-garde avant-garde]</u>. In 1891 ging ''L’Essor'' ten onder ter gevolge van de conflicten. Enkelen ex-leden vertrokken naar ''Les XX''. | ''<u>[https://nl.wikipedia.org/wiki/L%27Essor L'Essor]</u>'' is de de voorganger van ''Les XX,'' Frans voor ''‘de groei’'', die van 1876 tot 1891 actief was. Het was opgericht door studenten van een kunstacademie in Brussel en hun doel was om kunst in het dagelijkse leven weer te herenigen. De leden werden gezien als progressief en rebels, ze waren tegenstanders van de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Burgerij bourgeoisie] en de conservatieve kijk op kunst van die tijd. In 1883 verlieten een aantal leden de groep na onenigheden over dat ''L’Essor'' geen concreet plan had; ze verwelkomden kunstenaars van het realisme zowel <u>[https://nl.wikipedia.org/wiki/Avant-garde avant-garde]</u>. In 1891 ging ''L’Essor'' ten onder ter gevolge van de conflicten. Enkelen ex-leden vertrokken naar ''Les XX''. | ||
Line 162: | Line 158: | ||
File:Villa Majorelle.jpg|alt=Villa Majorelle|''Villa Majorelle'' | File:Villa Majorelle.jpg|alt=Villa Majorelle|''Villa Majorelle'' | ||
File:Interieur Villa Majorelle in 1902.png|alt=Interieur Villa Majorelle, 1902|Interieur ''Villa Majorelle'', 1902 | File:Interieur Villa Majorelle in 1902.png|alt=Interieur Villa Majorelle, 1902|Interieur ''Villa Majorelle'', 1902 | ||
File:Staalwerk van Villa Majorelle.jpg|alt=Staalwerk balkon|Staalwerk balkon | File:Staalwerk van Villa Majorelle.jpg|alt=Staalwerk balkon Villa Majorelle|Staalwerk balkon ''Villa Majorelle'' | ||
File:Rijkelijk gedecoreerde deur.png|alt=Rijkelijk gedecoreerde deur|Rijkelijk gedecoreerde deur | File:Rijkelijk gedecoreerde deur.png|alt=Rijkelijk gedecoreerde deur Villa Majorelle|Rijkelijk gedecoreerde deur ''Villa Majorelle'' | ||
</gallery> | </gallery> | ||
Hij richtte zich naast extravagante gebouwen ook op sociale woningbouw en goedkope huisvesting. In 1903 was zijn eerste poging voor het ontwerpen van sociale woningbouw. Sauvage startte een nieuw bureau, ditmaal gericht voor goedkope huisvesting door middel van goedkope materialen. Sauvage begon als een van de eersten gewapend beton te gebruiken in het exterieur van zijn ontwerpen, ''7 rue Trétaigne'' (1903). Het ontwerpen van goedkope huisvesting en werd al snel door andere architecten overgenomen. ''7 rue Trétaigne'' ziet er sober uit, maar de simpliciteit en functionaliteit geeft het een sterk monumentaal effect. <gallery mode="packed" heights="200"> | Hij richtte zich naast extravagante gebouwen ook op sociale woningbouw en goedkope huisvesting. In 1903 was zijn eerste poging voor het ontwerpen van sociale woningbouw. Sauvage startte een nieuw bureau, ditmaal gericht voor goedkope huisvesting door middel van goedkope materialen. Sauvage begon als een van de eersten gewapend beton te gebruiken in het exterieur van zijn ontwerpen, ''7 rue Trétaigne'' (1903). Het ontwerpen van goedkope huisvesting en werd al snel door andere architecten overgenomen. ''7 rue Trétaigne'' ziet er sober uit, maar de simpliciteit en functionaliteit geeft het een sterk monumentaal effect. <gallery mode="packed" heights="200"> | ||
Line 294: | Line 290: | ||
Ontworpen door Antoni Gaudí is ''Casa Battló'' een van de meest merkwaardige Art Nouveau gebouwen van Spanje. Op de begane grond en eerste verdieping zijn er stenen zuilen in de vorm van botten, versierd met typische bloemelementen. De balkonleuningen zijn gemaakt uit een stuk gietijzer en bevestigd door twee ankerpunten, die de vorm hebben van gezichtsmaskers. Het dak bestaat uit dakpannen die lijken op grote schalen waardoor het op de rug van een dier lijkt. De kleuren veranderen graderend en de vorstpannen zijn grote bolvormige componenten. Het is een huis vol symbolen en beelden, beladen met mysterie. | Ontworpen door Antoni Gaudí is ''Casa Battló'' een van de meest merkwaardige Art Nouveau gebouwen van Spanje. Op de begane grond en eerste verdieping zijn er stenen zuilen in de vorm van botten, versierd met typische bloemelementen. De balkonleuningen zijn gemaakt uit een stuk gietijzer en bevestigd door twee ankerpunten, die de vorm hebben van gezichtsmaskers. Het dak bestaat uit dakpannen die lijken op grote schalen waardoor het op de rug van een dier lijkt. De kleuren veranderen graderend en de vorstpannen zijn grote bolvormige componenten. Het is een huis vol symbolen en beelden, beladen met mysterie. | ||
Er zijn veel interpretaties over Casa Battló, maar Gaudí hij heeft zelf nooit uitleg gegeven over zijn werk. Hij werkte aan de gevel zonder specifieke plannen, iets wat kenmerkend was voor hem. Het lijkt op een onleesbaar verhaal, dat door elk individu met zijn eigen verbeeldingskracht moet worden ingevuld.<gallery mode="packed" heights="200"> | Er zijn veel interpretaties over ''Casa Battló'', maar Gaudí hij heeft zelf nooit uitleg gegeven over zijn werk. Hij werkte aan de gevel zonder specifieke plannen, iets wat kenmerkend was voor hem. Het lijkt op een onleesbaar verhaal, dat door elk individu met zijn eigen verbeeldingskracht moet worden ingevuld.<gallery mode="packed" heights="200"> | ||
File:Casa Battló.jpg|alt=Casa Battló|''Casa Battló'' | File:Casa Battló.jpg|alt=Casa Battló|''Casa Battló'' | ||
File:Balkons Casa Battló.jpg|alt=Balkons Casa Battló|Balkons ''Casa Battló'' | File:Balkons Casa Battló.jpg|alt=Balkons Casa Battló|Balkons ''Casa Battló'' | ||
Line 302: | Line 298: | ||
==== Sgraffito ==== | ==== Sgraffito ==== | ||
''Sgraffito'' werd in de periode van Art Nouveau gebruikt om portretten of motieven te maken. De methode van sgraffito lijkt erg op die van het maken van [https://nl.wikipedia.org/wiki/Fresco_(schilderterm) fresco's]. Bij het maken van sgraffito wordt in de verse mortel een lijntekening gekrast en ingekleurd. Het is geschikt voor zowel het exterieur als interieur. Een prachtig voorbeeld van deze techniek is ''Maison Cauchie'' (1905). De schilderingen zijn gemaakt door de architect zelf, [https://nl.wikipedia.org/wiki/Paul_Cauchie <u>Paul Cauchi</u>]. De gevel werd zo in feite een enorme advertentie over zijn kennis en vakmanschap. Een ander gebruik van sgraffito is te zien in schildertechniek. Je laat een enkele laag verf licht opdrogen op een canvas/vel papier, waar bovenop met nog een andere kleur wordt geschilderd. Vervolgens wordt de verf in een ontwerp uitgekrast, waardoor de onderste laag zichtbaar wordt. Men kan ook sgraffito toepassen op glas. Hierbij wordt het glas bedekt met een donkere kleur poeder en de lichte gebieden worden onthuld door het gepoederde glas weg te schrapen.<gallery mode="packed" heights="200"> | ''Sgraffito'' werd in de periode van Art Nouveau gebruikt om portretten of motieven te maken. De methode van sgraffito lijkt erg op die van het maken van [https://nl.wikipedia.org/wiki/Fresco_(schilderterm) fresco's]. Bij het maken van sgraffito wordt in de verse mortel een lijntekening gekrast en ingekleurd. Het is geschikt voor zowel het exterieur als interieur. Een prachtig voorbeeld van deze techniek is ''Maison Cauchie'' (1905) en ''48 rue Defacqz'' (1897). De schilderingen zijn gemaakt door de architect zelf, [https://nl.wikipedia.org/wiki/Paul_Cauchie <u>Paul Cauchi</u>]. De gevel werd zo in feite een enorme advertentie over zijn kennis en vakmanschap. | ||
Een ander gebruik van sgraffito is te zien in schildertechniek. Je laat een enkele laag verf licht opdrogen op een canvas/vel papier, waar bovenop met nog een andere kleur wordt geschilderd. Vervolgens wordt de verf in een ontwerp uitgekrast, waardoor de onderste laag zichtbaar wordt. | |||
Men kan ook sgraffito toepassen op glas. Hierbij wordt het glas bedekt met een donkere kleur poeder en de lichte gebieden worden onthuld door het gepoederde glas weg te schrapen.<gallery mode="packed" heights="200"> | |||
File:Maison Cauchie, 1905.png|alt=Maison Cauchie, 1905|''Maison Cauchie'', 1905 | File:Maison Cauchie, 1905.png|alt=Maison Cauchie, 1905|''Maison Cauchie'', 1905 | ||
File:Sgraffito Maison Cauchie.jpg|alt=Sgraffito Maison Cauchie|Sgraffito ''Maison Cauchie'' | File:Maison Cauchie sgraffito eerste verdieping.jpg|alt=Sgraffito Maison Cauchie, eerste verdieping|Sgraffito ''Maison Cauchie'', eerste verdieping | ||
File:Maison Cauchie sgraffito.jpg|alt=Sgraffito Maison Cauchie, tweede verdieping|Sgraffito ''Maison Cauchie'', tweede verdieping | |||
</gallery> | </gallery> | ||
<gallery mode="packed" heights="200"> | <gallery mode="packed" heights="200"> | ||
File:48 rue Defacqz, kunstenaar Albert Ciamberlani.jpg|alt=48 rue Defacqz | File:48 rue Defacqz.png|alt=48 rue Defacqz|''48 rue Defacqz'' | ||
File:Defacqzstraat 48, detail van de linkerzwik met sgraffito, 2007.jpg|alt=48 rue Defacqz, gerestaureerd | File:48 rue Defacqz, kunstenaar Albert Ciamberlani.jpg|alt=48 rue Defacqz, sgraffito uitgevoerd door Albert Ciamberlani|''48 rue Defacqz,'' sgraffito uitgevoerd door Albert Ciamberlani | ||
File:48 rue Defacqz, gerestaureerd centrale zwik, 2007.jpg|''48 rue Defacqz'', gerestaureerd | File:Defacqzstraat 48, detail van de linkerzwik met sgraffito, 2007.jpg|alt=Linkerzwik 48 rue Defacqz, gerestaureerd in 2007|Linkerzwik ''48 rue Defacqz'', gerestaureerd in 2007 | ||
File:48 rue Defacqz, gerestaureerd rechterzwik, 2007.jpg|alt=48 rue Defacqz, gerestaureerd | File:48 rue Defacqz, gerestaureerd centrale zwik, 2007.jpg|alt=Centrale zwik 48 rue Defacqz, gerestaureerd in 2007|Centrale zwik ''48 rue Defacqz'', gerestaureerd in 2007 | ||
File:48 rue Defacqz, gerestaureerd rechterzwik, 2007.jpg|alt=Rechterzwik 48 rue Defacqz, gerestaureerd in 2007|Rechterzwik ''48 rue Defacqz'', gerestaureerd in 2007 | |||
</gallery> | </gallery> | ||
==== Mozaïek ==== | ==== Mozaïek ==== |
Latest revision as of 07:41, 7 September 2023
Geschiedenis
Gebeurtenissen
1850 – ± 1900: Arts-and-craftsbeweging
Vandaag de dag herkennen we Art Nouveau aan haar karakteristieke vloeiende lijnen, botanische ornamenten, geometrische vormen en symbolische figuren. Maar hoe was de stijl ontstaan en wie waren de belangrijkste figuren?
De wortels van Art Nouveau leiden terug naar de arts-and-craftsbeweging. Deze stroming ontstond in Engeland midden 19de eeuw als reactie op de industrialisatie. Industrialisatie betekende massaproductie, en massaproductie betekende het einde van traditioneel vakmanschap. Producten verloren door de nieuwe standaard hun ambachtelijkheid. Een van de doelen van de arts-and-craftsbeweging werd daarom ook het verbinden van kunst en handwerk. William Morris stond vooraan dit gedachtengoed. Hij wierp zijn blik terug naar de middeleeuwen, waardoor ambachtelijkheid, gestileerde botanische en organische vormen de basis werden van zijn idealen.
De arts-and-craftsbeweging zorgde voor opschuddingen, maar heeft uiteindelijk veel voor elkaar gekregen en veel invloed gehad in de westerse cultuur. Het verbinden van kunst en handwerk werd in de volgende jaren vervormd naar het verbinden van kunst en industrie. Wat opvallend is aan de arts-and-craftsbeweging is dat gebruiksvoorwerpen (meubels, behang, tapijten, boeken, bestek, etc.) door de hoge prijs buiten het bereik van de arbeidersklasse bleef, ondanks dat de beweging de werkende klasse wilde verheffen. In dit opzicht is het dus een elitaire beweging geweest.
Belangrijke kenmerken van de arts-and-craftsbeweging zijn:
- Eenvoudig ontwerp;
- Simpele, lineaire vormen;
- Geïnspireerd op natuurlijke vormen;
- Geïnspireerd op middeleeuwse en mythologische motieven;
- Een herhalend patroon;
- Vaak symmetrisch.
1871 – 1914: Belle époque
Belle époque, Frans voor ‘het mooie tijdperk’, is een periode vanaf eind 19de eeuw tot het begin van de Eerste Wereldoorlog. Het was een tijdperk van welvaart en ontplooiing van kunsten en wetenschappen. De wetenschappelijke ontwikkelingen zorgden voor verwarring omdat de ontdekkingen tegenstrijdig waren met de bestaande orde. Denk hierbij aan de evolutieleer van Darwin versus het Scheppingsverhaal, de opkomst van het socialisme versus de bourgeoisie, maar ook de Freudiaanse psychologie en nihilistische filosofie. Men ging de nieuwe eeuw in met zowel verwachtingen als angst. Deze combinatie leidde in de kunst tot een vlucht uit de realiteit met behulp van overmatige mooiigheid. Tegenstrijdig met de luxueuze stijl ontstond het realismeen impressionismewaarvan het doel was om de werkelijkheid zo uit te beelden als hoe het is.
De architectuur uit de Belle époque wordt gekenmerkt door de bouw van veel iconische monumenten in verschillende steden over heel Europa. Veel van deze gebouwen werden gebouwd als project om een goede reputatie te creëren voor een land. Het gaat hier om luxueuze gebouwen zoals musea, theaters, treinstations, paleizen, hotels, monumenten en tentoonstellingsgebouwen.
De Eerste Wereldoorlog maakte abrupt een einde aan Belle époque.
1890 – 1914: Art Nouveau
Art Nouveau bloeide in een periode van vlotte sociale en technologische veranderingen in Europa. Net zoals bij de arts-en-craftsbeweging speelde de afkeer tegen massaproductie een grote rol. Maar de kern van de motivatie van Art Nouveau bevat ook nog een ander onderdeel: het bestrijden van het onderscheid tussen beeldende kunst en decoratieve kunst. Decoratieve kunst werd namelijk gezien als een lagere vorm. Art Nouveau-kunstenaars zochten naar een manier om kunst de implementeren in het dagelijkse leven om zo de mensen te verheffen, en de oplossing hiervoor was in hun ogen dus decoratieve kunst. Om die reden is de stijl overal te zien, van meubilair tot boekillustraties, van architectuur tot keukengerei. Art Nouveau behoorde tot zowel publieke als privéruimtes, ook voor de middelklasse, in tegenstelling tot de arts-and-craftsbeweging waarbij door de hoge prijs van de gebruiksvoorwerpen het uit de buurt bleef van de middelklasse voor wie het eigenlijk ook was bestemd.
Door de Eerste Wereldoorlog ging Art Nouveau teniet.
De term ‘Art Nouveau’
De term Art Nouveau verscheen voor het eerst in het Belgische tijdschrift L’art Moderne in 1884. Er werd in het tijdschrift ook gesproken over de Les XX, een groep Art Nouveau-kunstenaars. Na eigen onderzoek ben ik er achter gekomen dat een van de redacteurs de oprichter is van deze groep. Hij maakte gebruik van zijn impact en schreef regelmatig columns over de groep. De ‘spirit’ van deze Les XX verspreidde zich hierdoor snel, zo kreeg Art Nouveau internationaal bekendheid. Hierdoor zijn in verschillende Europese landen verschillende vertakkingen ontstaan voor Art Nouveau, met elk een andere naam; Jugendstil in Duitsland, Modernismo in Spanje, Glasgow Style in Schotland, Tiffany Style in Amerika, etc.
1920 – 1930: Art Deco
Art Deco ontstond direct na de Eerste Wereldoorlog, nadat Art Nouveau was verdwenen. Dit was weer een periode van welvaart, en door de impact van Art Nouveau om decoratieve kunst een betere reputatie te geven, verliep het verkoop van Art Deco gebruiksvoorwerpen goed. Niet alleen de welvaart was een reden dat het verkoop goed ging, de stijl was namelijk een samensmelting van Art Nouveau en de invloeden van de industriële revolutie. Het was meer symmetrisch, geometrisch en strak. Hierdoor werd de (massa)productie dus makkelijker, het had minder gecompliceerde, organische, ronde vormen van Art Nouveau. Art Deco was ook zeer beïnvloed door de moderne kunst in die tijd. Kubisme maakte een opkomst met haar abstracte vormen, een bekende Kubismekunstenaar is Pablo Picasso (1881 – 1973). Théâtre Champs-Élysées wordt gezien als het eerste Art Deco gebouw. Gerealiseerd in 1910 – 1913 door de Franse architecten Auguste Perret (1874 – 1954), Roger Bouvard (1875 – 1961) en Henry van de Velde (1863 – 1957). Perret was gespecialiseerd in het gebruik van gewapend beton, Bouvard stond aan het front van de nieuwe ontwikkelingen binnen architectuur en van de Velde was een belangrijk figuur van Art Nouveau. De combinatie van de drie heeft geresulteerd in een uniek gebouw, Théâtre Champs-Elysees doet denken aan de oudheid door de zuilen en reliëfs, maar ook de basis-karakteristieken van Art Deco zijn te zien; gepolijste materialen in de vorm van gouden details, symmetrie, geometrie en ‘versimpelde’ ornamenten. Tijdens de grote crisis van 1930 ging ieders welvaart achteruit, waardoor het verkoop van Art Deco gebruiksvoorwerpen stil kwam te staan. Op het gebied van architectuur begon Art Deco achter te lopen op moderne architectuur, denk aan de Zwitserse-Franse Le Corbusier (1887 – 1965), en Duitse stijl Bauhaus. Een aantal van Le Corbusiers uitspraken; ‘Een huis is een machine om in te leven’, ‘Decoratieve kunst is een stervend medium’. Dit gedachtengoed werd langzamerhand overgenomen door architectuurscholen, waardoor de verdwijning van de esthetiek van Art Deco steeds sneller ging.
1950 – 1960: Popart
Ter gevolge van uitgebreide Art Nouveau tentoonstellingen in New York, Parijs en London in 1960 ontstond er weer een terugkomst van Art Nouveau. Door deze tentoonstellingen werd Art Nouveau weer relevant, terwijl het in die tijd door critici eigenlijk alleen als een trend werd beschouwd. De stijl werd nieuw leven ingeblazen in Popart, niet qua stijl, maar in de belangstelling voor reclameposters van kwaliteit. Door middel van snelle printtechnieken was het eenvoudig om de flyers te produceren.
1960 – ?: Psychedelia
In de jaren zestig ontstond in Amerika de welbekende ‘hippie’ cultuur. Het gebruik van drugs was erg populair, ook onder artiesten. De drugs zorgden voor hallucinaties en psychedelische ervaringen, die de artiesten om gingen zetten in muziek en kunst. Er ontstond een nieuwe beweging, Psychedelia. Rockmuziek werd steeds populairder, er kwamen nieuwe concerten – nieuwe artiesten, en de manier om aandacht te trekken was met een indrukwekkende poster. Het simpele, nederige zwart-wit werd vervangen met op Art Nouveau gebaseerde grafische kunst met levendige en eclectische kleuren, (bijna onleesbare) kalligrafie, versieringen en foto’s.
Bewegingen
L’Essor
L'Essor is de de voorganger van Les XX, Frans voor ‘de groei’, die van 1876 tot 1891 actief was. Het was opgericht door studenten van een kunstacademie in Brussel en hun doel was om kunst in het dagelijkse leven weer te herenigen. De leden werden gezien als progressief en rebels, ze waren tegenstanders van de bourgeoisie en de conservatieve kijk op kunst van die tijd. In 1883 verlieten een aantal leden de groep na onenigheden over dat L’Essor geen concreet plan had; ze verwelkomden kunstenaars van het realisme zowel avant-garde. In 1891 ging L’Essor ten onder ter gevolge van de conflicten. Enkelen ex-leden vertrokken naar Les XX.
Les XX
Les XX/Les Vingts, Frans voor ‘de twintig’, was een groep van twintig kunstenaars die hun werken maakten in Art Nouveau stijl. Het was opgericht in 1883 door de Belgische kunstcriticus en redacteur van L’art Moderne Octave Maus (1856 – 1919). De invloed die Maus had op de lezers van L’art Moderne gebruikte hij om de groep te promoten en in de spotlight te zetten. Er werden regelmatig columns over hun geschreven, en hun tentoonstellingen werden aangekondigd. Ze hielden vele tentoonstellingen en ieder jaar werden er 20 internationale artiesten uitgenodigd om de tentoon-stelling bij te wonen om zich bij de groep aan de sluiten. Onder deze artiesten waren o.a. Claude Monet, Paul Gauguin en Vincent van Gogh. In 1893 transformeerde de groep in La Libre Esthétique.
De tentoonstellingen waren niet alleen over kunst – er werden lezingen gedaan, er werden discussies gehouden en er waren concerten van klassieke muziek. De concerten waren van o.a. de bekende componist Claude Debussy (1862 – 1918). Ook de bekende violist Eugène Ysaÿe (1858 – 1931) kwam regelmatig optreden met zijn kwartet.
La Libre Esthétique
La Libre Esthétique, Frans voor ‘de vrije esthetiek’ bestond uit de voorgaande exposerende leden van Les XX. Om conflicten tussen leden te vermijden werden er geen nieuwe leden meer toegelaten. Hun eerste tentoonstelling was in 1894, de laatste in 1914 – vlak voordat de Eerste Wereldoorlog begon. Wat bijzonder is om te zien, is dat de leden van de L’Essor/Les XX/La Libre Esthétique niet per sé Art Nouveau kunstenaars waren van hoe wij de stroming nu kennen. De nieuwe stijl tijdens L’Essor werd bestempeld als Art Nouveau – maar deze nieuwe stijl bleef zich ontwikkelen. De werken tijdens de oprichting van La Libre Esthétique zien wij tegenwoordig als typisch Art Nouveau.
De pioniers van Art Nouveau
België
Victor Horta (1861 – 1947)
Als men aan Art Nouveau denkt zijn het de ontwerpen van Horta die meteen te binnen schieten. Hij staat bekend om zijn vrije, delicate structuren die een inspiratie werden voor velen. De meest herkenbare vorm die vaak terugkomt in zijn werk is ‘coup de fouet’, Frans voor zweepslag. Hij deed dit in combinatie met een spiraal waardoor de vorm zijn eigen weg lijkt te vinden, hierdoor krijgen zijn ontwerpen dynamiek. De soliditeit van het metaal wordt verzacht door de organische vormen. Horta gebruikte nooit botanische ornamenten op directe wijze in zijn ontwerpen, het was niet zijn doel om de natuur te imiteren. Van hem was het van belang om de star- en onbuigzaamheid van een gebouw weg te nemen door te spelen met de vormen van de onvoorspelbaarheid van natuur.
Horta kreeg de opdracht voor Hôtel Solvay (1898) van een rijke zakenman die een fortuin kon uitgeven aan het realiseren van zijn project. Horta ontdekte tijdens het ontwerpproces dat het belangrijk was om een samenhang te creëren tussen alle elementen in een gebouw. Dit heet ook wel een gesamtkunstwerk. Hij ontwierp dus elk onderdeel tot in detail: het meubilair, de tapijten, de lampen, maar zelfs ook het servies en de deurbel.
Patronen, vormen en kleuren bevatten de kracht om iemand te beïnvloeden en om in te werken op iemands mentale toestand. Horta’s benadering suggereert dat hij hier zeker bewust van was. Hij werkte doorgaans nauwkeurig om zijn ontwerpen als een puzzelstuk goed aan te laten sluiten bij, niet alleen de eisen, maar ook de levensstijl van de bewoners. Ondanks dat hij elke wens van zijn klanten wou verwerken in zijn ontwerp, ging hij bijzonder rationeel en gestructureerd te werk. De constructie van het gebouw ging daarom niet ten onder ter gevolge van zijn creativiteit.
,,Een huis is niet enkel de reflectie van iemands levensstijl, het is een portret’’, Victor Horta
Paul Hankar (1859 – 1901)
Hankar was van oorsprong een beeldhouwer van begrafenismonumenten. Toen hij ging werken bij architect Hendrik Beyaert (1823 – 1894) kreeg hij lessen over architectuur. Hij werd medeontwerper van Palacio Chávarri (1889) in Spanje. Na deze ervaring startte hij zijn eigen bedrijf en begon met het ontwerpen van zijn eigen huis, Maison Hankar (1893). Het werd tegelijk met Hôtel Tassel van Horta gebouwd. Hankar en Horta hadden een hechte vriendschap, en Horta deelde zijn kennis over het ontwerpproces van Hôtel Solvay. De twee gebouwen worden gezien als een van de eersten in Art Nouveau stijl. De stijl van Hôtel Tassel en Maison Hankar zijn vergelijkbaar op veel vlakken, maar er was een groot verschil in het budget; Horta werd altijd gefinancierd door rijke zakenmensen, terwijl Hankar voornamelijk huizen maakte voor zijn kunstenaarsvrienden. Doordat Horta geen financiële beperkingen had, kon hij gebruik maken van allerlei dure materialen en kon hij het interieur naar wens aankleden. Hankar had deze mogelijkheid niet, zijn ontwerpen zijn gefocust op de voorgevel – niet op het interieur. Hankar was van mening dat Horta’s werk te royaal was.
In de ontwerpen van Hankar komen verschillende kleuren en exotische motieven voor. Hij heeft enkele panden waarop de sgraffito techniek wordt gebruikt voor de muurschilderingen. De kunstenaar Adolphe Crespin (1859 – 1944) heeft deze sgraffito-schildering gemaakt. Op deze schildering worden de dagdelen symbolisch afgebeeld: de ochtend wordt uitgebeeld door vogels tussen de bomen, de middag door de zon en de avond door vleermuizen onder een sterrenhemel. Maison Hankar is niet het enige gebouw waar Hankar symbolistische muurschilderingen heeft laten maken.
Henry van de Velde (1863 – 1957)
Na zijn verlaat van de kunstacademie verbleef van de Velde afwisselend in België en Parijs. Hier kwam hij in contact met pointillisme en het neo-impressionisme en was erg onder de indruk. Hij werd hij lid van de groep Les XX waar hij meer contact met verschillende kunstenaars kreeg. Langzamerhand verschoof zijn aandacht voor de schilderkunst naar decoratieve kunst en ten slotte vindt hij zijn ware roeping in architectuur. In 1895 ontwerpt hij zijn eigen woning, Bloemenwerf, inclusief het interieur. Van de Velde begon in opdracht meubilair te ontwerpen, zijn stijl werd geliefd en de aanvraag werd steeds meer en hij verbreedde zijn vakkennis naar juwelen, boekbanden en zelfs kleding. Op deze manier kreeg hij steeds meer naambekendheid en hij werkte zichzelf omhoog naar een sterke positie in de kunstwereld.
In de loop der tijd zette hij zich af van Art Nouveau en verschoof naar het vroege modernisme. Zijn ontwerpen bestonden nu enkel uit een strenge, rechtlijnige stijl zonder decoratieve elementen. Je kunt zeggen dat van de Velde een pionier was van zowel Art Nouveau als van het modernisme. Het verschil van de onderstaande afbeeldingen verduidelijkt de ‘evolutie’ van van de Velde.
,,Lelijkheid schaadt niet alleen de ogen, maar ook het hart en de geest’’, Henry van de Velde
Paul Saintenoy (1862 – 1952)
Paul Saintenoy was de kleinzoon van Jean-Pierre Saintenoy (1811 – 1880), bekend Nederlands architect en ingenieur. De Saintenoy/Cluysenaar familie bestond al generaties uit voornamelijk kunstenaars en architecten. Paul Sauntenoy was geïnteresseerd in archeologie en de restauratie van monumenten uit de middeleeuwen. Na afronding van zijn studie architectuur in Antwerpen vertrok hij naar Brussel om daar zijn kennis uit te breiden. Ook hij werd geïnspireerd door de werken van Horta en Hankar. Saintenoy heeft een belangrijke rol gespeeld in het verspreiden van Art Nouveau, hij deed dit met verschillende kleinere herenhuizen rondom Brussel. Deze bestaan nog steeds en maken deel uit van het cultureel erfgoed van België.
Het eigen huis van Saintenoy, Hôtel Saintenoy (1897) was oorspronkelijk een classicistisch gebouw, maar hij verbouwde het grondig naar eigen smaak en verwerkte er elementen in uit verschillende stijlen. Het glasraam werd in Art Nouveau stijl uitgevoerd, het plafond in de werkkamer en salon werden gemaakt met inspiratie van de neogotiek. Hij hergebruikte materialen, bijvoorbeeld de trap. De trap werd onderaan voorzien van een gevonden barokbeeld van Michaël, een beschermheilige voor o.a. artiesten, glazenmakers, steenhouwers en schilders.
Frankrijk
Hector Guimard (1867 – 1942)
Guimard was een goede vriend van Victor Horta. Hij heeft sinds zijn 24ste hij succesvol huizen ontworpen. Na omgang met Horta begon hij zich steeds meer te bekommeren om de samenhang en details van de woningen die hij maakte. Hij heeft een waslijst aan ontwerpen; ongeveer 50 gebouwen, tientallen meubilairstukken en decoratieve werken. Zijn meest bekende werken zijn het entree van de Parijse metro (waar er nu maar 2 van de 141 over zijn) en Castel Béranger, Parijs. Hij haalde zijn klant over om af te zien van een ingetogen ontwerp. Guimard had namelijk Horta’s Hotel Tassel bezocht en was zeer onder de indruk, hij zag nieuwe mogelijkheden die hij wou toepassen.
Zijn stijl kan geïdentificeerd worden door de herhaaldelijke plastische, abstracte en soms bizarre botanische ornamenten uitgevoerd in staal, glas en steen. Deze ornamenten draaien en buigen naar onregelmatige en asymmetrische vormen. Hij vond zichzelf geen Art Nouveau kunstenaar, naar zijn eigen zeggen wou hij dat zijn ontwerpen benoemd werden als ‘Style Guimard’. Ook had hij zijn eigen stijl van kalligrafie ontwikkeld die o.a. te zien is bij de entrees van de metro.
Aan het einde van zijn carrière, na de Eerste Wereldoorlog ging hij zich meer richten op functionaliteit. Door de oorlog was er een tekort van materialen, dus er was geen mogelijkheid voor decoraties op gevels. Hij specialiseerde zich in gewapend beton, en startte zijn eigen bedrijf met de intentie om moderne standaardhuizen in vlot tempo te maken. Echter, kon hij de snelle ontwikkelingen van de technologie en methodes niet meer bijhouden.
,,De natuur is een groot boek waaruit we inspiratie kunnen putten, en het is in dat boek dat we moeten zoeken naar principes die, wanneer ze gevonden zijn, door de menselijke geest moeten worden gedefinieerd en toegepast in overeenstemming met de menselijke behoeften’’, Hector Guimard
,,Door de principes van kunst te bestuderen die kunstenaars vanaf de vroegste periode tot op de dag van vandaag hebben geleid, is het mogelijk een selectie te maken, en dat als we de moeite nemen om erachter te komen hoe onze voorgangers ze hebben ontdekt, we door door dezelfde methode toe te passen op de omstandigheden die in onze tijd heersen, leid daaruit de juiste moderne regels af’’, Hector Guimard
,,Wanneer de kunstenaar aan de eisen van de logica heeft voldaan, dat wil zeggen wanneer hij heeft voldaan aan de eisen van een bepaald project en aan de voorwaarden waaronder hij moet werken, heeft hij in zekere zin het werk van een ingenieur gedaan. Maar hij moet meer doen als hij zichzelf boven de louter materiële omstandigheden wil verheffen als hij de harmonie en het gevoel wil bereiken die kenmerkend zijn voor een echt kunstwerk’’, Hector Guimard
Henri Sauvage (1873 – 1932)
Sauvage was een van de meest flexibele architecten van deze periode. Aan het begin van zijn carrière heeft hij tijd besteed aan het bestuderen van de werken van belangrijke figuren van Art Nouveau. Hij werd vanaf jonge leeftijd gezien als pionier van Art Nouveau. Tijdens elke stijlfase heeft hij baanbrekende ontwerpen gemaakt. Sauvage werd, net zoals Guimard, geïnspireerd door de werken van Horta. Hij begon net zoals de meeste Art Nouveau kunstenaars zijn eigen architectenbureau, daarnaast exposeerde hij zijn decoratieve stukken. Zijn connecties breidden zich steeds meer uit en de opdrachten stroomden binnen. Villa Majorelle (1898), die hij heeft ontworpen in opdracht van de bekende interieurontwerper Louis Majorelle (1859 – 1926), is een van zijn bekendste werken.
Hij richtte zich naast extravagante gebouwen ook op sociale woningbouw en goedkope huisvesting. In 1903 was zijn eerste poging voor het ontwerpen van sociale woningbouw. Sauvage startte een nieuw bureau, ditmaal gericht voor goedkope huisvesting door middel van goedkope materialen. Sauvage begon als een van de eersten gewapend beton te gebruiken in het exterieur van zijn ontwerpen, 7 rue Trétaigne (1903). Het ontwerpen van goedkope huisvesting en werd al snel door andere architecten overgenomen. 7 rue Trétaigne ziet er sober uit, maar de simpliciteit en functionaliteit geeft het een sterk monumentaal effect.
Na een lange studie om een oplossing te vinden voor maximaal licht en luchttoevoer in appartementen in het kader van goedkope huisvesting kwam Sauvage met een innovatief ontwerp; een trapsgewijze gevel, 26 rue Vavin (1912). Dit was een exceptioneel modern ontwerp waarvan bepaalde elementen nog steeds in de huidige architectuur terug zijn te vinden.
Ondanks dat hij de laatste jaren tijd had besteed aan sociale woningbouw en goedkope huisvesting ging hij zich nogmaals richten op decoratieve architectuur. Net voordat de Eerste Wereldoorlog begon heeft hij een gebouw ontworpen in een stijl die wij nu Art Deco noemen. Hij liep flink voor op de ontwikkeling van architectuur. In 1930 was Sauvages laatste grote project waar hij voorheen al had geholpen, het warenhuis La Samaritaine (1903). Het warenhuis werd in 1930 uitgebreid en gereconstrueerd. In die periode was het gebruikelijk om de sporen van Art Nouveau te wissen omdat het niet meer in smaak viel. Sauvage had dit succesvol voorkomen en nam de afgestoten Art Nouveau stijl in bescherming. Hij ontwierp de uitbreiding van La Samaritaine in de Art Deco stijl. Zijn laatste kleine project was Decré, een winkel. Sauvage had inmiddels enorm veel ervaring en experimenteerde met prefabricatie waardoor de bouw zeer snel verliep. Decré was gebouwd in slechts 97 dagen. In 1943 werd het tijdens de oorlog gebombardeerd. Decré was verwoest, maar binnen enkele jaren was het weer herbouwd.
In zijn laatste jaren gaf hij les over architectuur terwijl veel van zijn vroege werken in Art Nouveau stijl werden verwoest.
Oostenrijk
Gustav Klimt (1862 – 1918)
Klimt is een van de meest prominente kunstenaars van de Weense Secession, de Oostenrijkse Art Nouveau. Hij was geen architect, maar heeft wel bijgedragen aan het beeld van interieur van verschillende gebouwen, bijvoorbeeld Palais Stoclet (1905) in Brussel. Klimts werken hebben later het Kubisme, Bauhaus en Constructivisme beïnvloed.
Hij volgde de studie toegepaste kunst in Wenen en koos vervolgens voor de richting architectonisch tekenen. De academie kreeg in die tijd veel kritiek, de studenten zouden niet genoeg vrijheid krijgen om zichzelf te ontwikkelen. De studie hield zich streng aan de voorbeelden uit de klassieke kunstgeschiedenis. Dit is tot in Klimts latere werk nog steeds zichtbaar.
Na zijn studie, op 18-jarige leeftijd, begon Klimt met zijn jongere broers die ook op de academie zaten de ‘Kunstenaarscompagnie’. Ze werkten gezamenlijk in een atelier en kregen opdrachten binnen voor theater- en decorbouw. Hijzelf richtte zich vooral op naturalistisch schilderwerk, vaak muurschilderingen, die sterk beïnvloed waren door de kennis die hij had opgedaan op de academie. Langzamerhand begon hij zijn eigen stijl te ontwikkelen, hij ging steeds meer variëren met technieken. Met het overlijden van een van zijn broers kwam er een einde aan de Kunstenaarscompagnie.
Klimts stijl wordt gekenmerkt door de symboliek, patroon en vormcombinaties. De cyclus van het leven is een terugkomend onderwerp in zijn werken. Op zijn schilderijen uit zijn ‘gouden fase’, waarin hij veel bladgoud toepaste, zijn vaak spiralen afgebeeld in de vorm van takken die groeien uit de centrale boom. De symboliek hierachter is ‘the tree of life’. In zijn latere interieurontwerpen maakte hij gebruik van mozaïek en veel gouden elementen, gebaseerd op Byzantijnse technieken en zijn gouden fase.
,,Zelfs het meest eenvoudige object, mits perfect uitgevoerd, vergroot de schoonheid van onze aarde’’, Gustav Klimt
Spanje
Antoni Gaudí (1852 – 1926)
Gaudí staat vooral bekend om de kerk Sagrada Família (1882) die tot op de dag nog steeds toevoegingen krijgt. De meest recente toevoeging is een 7 meter grote kristallen ster, die geplaatst werd op 29 november 2021. Gaudí had grote waardering voor zijn achtergrond, en geloofde zelfs dat mensen uit Zuidelijk Europa een aangeboren gevoel hadden voor kunst. Hij spendeerde graag tijd buiten, waar hij de natuur grondig kon bestuderen.
De evolutie van zijn stijl begint wanneer hij in dienst is bij een architectenbureau terwijl hij zijn studie volgt. In de ontwerpen die hij in deze tijd maakte blijkt dat hij al vroeg begon met het gebruik van organische vormen. Hij deed dit op zeer subtiele wijze, waardoor de ontwerpen tot neoclassicisme behoorden en geaccepteerd werden door de bevolking. Toen hij ouder werd, begon hij zich meer te verdiepen in oriëntale architectuur uit het midden en verre oosten; India, Iran en Japan. Alhoewel hij veel experimenteerde stijlen en vormen, was de Gotiek sinds het begin al een van zijn grootste interesses. Hij begon de Gotische architectuur te bestuderen en kwam erachter dat de constructies niet altijd goed in elkaar zaten. Toen hij begon met het ontwerpen van neogotische gebouwen stelde hij de constructie streng voorop. Aan het einde van zijn carrière had hij zelfs een lichte afkeer tegen Gotiek ontwikkeld.
Zijn benadering voor het ontwerpen wordt tot op de dag van vandaag gewaardeerd. Zijn werken worden bestudeerd door de zeer eigenaardige stijl. Hij was geïnspireerd door zijn passies; architectuur, natuur en religie. Gaudí maakte vrijwel nooit gedetailleerde tekeningen van zijn werken, zijn voorkeur was om er maquettes van te maken.
De meest baanbrekende architectuur was tijdens zijn naturalistische periode. Omdat hij zich zo had verdiept in de constructies van gebouwen tijdens zijn bestudering van Gotische gebouwen kon hij nieuwe oplossingen brengen voor zijn structurele problemen. Op deze manier kon hij spelen met de constructie te betrekken in de esthetiek van het complete gebouw. Hij zwakte zijn grootse verbeeldingen niet af, het ging namelijk niet ten koste van de constructie. Zijn werken worden gekenmerkt door rijkdom in de structuren, vormen, volumes en materialen.
Door zijn fascinatie voor de natuur zag hij in de loop der tijd de essentie van geometrische vormen in architectuur in. Als men omhoog kijkt in de Sagrada Família is het zichtbaar. De inspiratie kwam van bomen, de kolommen klimmen omhoog en splitsen op het laatste moment op als takken.
,,Wie zoekt naar de natuurwetten ter ondersteuning van zijn nieuwe werken, werkt samen met de Schepper’’, Antoni Gaudí
Schotland
Charles Rennie Mackintosh (1868 – 1928)
Mackintosh was een architect en kunstenaar, de meest bekende van ‘The Glasgow Four’. The Glasgow Four bestond naast Mackintosh uit James Herbert MacNair (1868 – 1955), Margaret Macdonald (1864 – 1933) en Frances Macdonald (1863 – 1921). Ze hadden elkaar ontmoet op de kunstacademie, Ze stonden bekend om hun innovatieve en controversiële ontwerpen. Ze hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de Schotse beweging van Art Nouveau, de ‘Glasgow Style’. Doordat Mackintosh een baan had bij een groot architectenbureau ontwikkelde hij zich in rap tempo, en zijn volwassenheid was terug te zien in zijn ontwerpen. Hij hield zich bezig met de nieuwste technieken en was actief in de wereld van ontwerpers en kunstenaars. Hij gaf lezingen over dat artiesten meer vrijheid moeten krijgen en begon zelf te experimenteren met decoratieve kunst en grafische kunst. Dit deed hij samen met zijn compagnons van The Glasgow Four.
In 1896 had Mackintosh de opdracht gekregen een ontwerp te maken voor de kunstacademie van Glasgow. Het gebouw werd gerealiseerd in twee fases verspreid over tien jaar wegens financiële tekortkomingen. Daardoor is het gebouw een mix geworden van stijlen en invloeden. Het ontwerp werd internationaal gewaardeerd, en behoort tot de meest significante Art Nouveau projecten van Mackintosh. Zijn stijl van ontwerpen was veel nuchterder dan andere Art Nouveau architecten, hij werd op een andere manier door Art Nouveau beïnvloed. Zijn ontwerpen bestaan uit uitgerekte vormen, vloeiende lijnen, ingetogen kleuren, symboliek, geometrische patronen en nadruk op rechte lijnen. Hij liep op deze vlakken voor op Art Deco. Zijn kalligrafie is ook populair geworden en wordt tot op de dag van vandaag nog veel gebruikt.
,,Kunst is de bloem – het leven is het groene blad. Laat elke kunstenaar ernaar streven om van zijn bloem een mooi levend iets te maken, iets dat de wereld zal overtuigen dat er dingen kunnen zijn die kostbaarder, mooier, duurzamer zijn dan het leven zelf... Je moet echte, levende – prachtig gekleurde bloemen – aanbieden, die boven het groene blad uitgroeien. Bloemen die niet dood zijn, niet sterven, niet kunstmatig zijn – bloemen die uit je eigen ziel ontspringen – zelfs geen geplukte bloemen. Je moet de bloemen aanbieden die zich in jou bevinden – het symbool van alles wat nobel is, en mooi, en inspirerend – bloemen die een kleurloos blad zullen veranderen in een bedachtzaam iets’’, Charles Rennie Mackintosh
Amerika
Louis Comfort Tiffany (1848 – 1933)
Louis Comfort Tiffany was een glazenmaker, een expert in het maken van glas-in-lood, lampen, mozaïek, vazen, keramieken, juwelen en metaalwerken. Hij heeft een belangrijke rol gespeeld in de Art Nouveau beweging In Amerika. Art Nouveau werd daar ook wel ‘The Tiffany Style’ genoemd. Hij bezocht Parijs regelmatig en ging ook naar de tentoonstellingen en beurzen. Hij was overigens de zoon van de oprichter van de (nu nog steeds) wereldberoemde juwelenmakerij Tiffany & Co.
Tiffany zijn kundigheid werd internationaal gewaardeerd. De opdrachten die hij ontving voor glas-in-lood waren voornamelijk voor kerken in Amerika. Hij begon na een aantal jaar zijn eigen glasfabriek en ging zich meer bezig houden met het experimenteren met glas. Hij richtte zich op de mogelijkheden van gekleurd glas. Tiffany werd beroemd wegens zijn eigen soort glas, favrile, dat een iriserende gloed had. Deze nieuwe ontdekking verspreidde zich snel door Europa, waar het een nieuwe stijl creëerde.
,,Schoonheid is wat de natuur ons heeft gegeven als groots geschenk’’, Louis Comfort Tiffany
Tsjecho-Slowakije
Alphonse Mucha (1860 – 1939)
Alphonse Mucha was een van de meest iconische kunstenaars van Art Nouveau. In de eerste helft van zijn carrière maakte hij posters en illustraties voor advertisementen. Deze werken behoren tot de meest bekende van Art Nouveau beeldende kunst. Zijn stijl uit deze periode wordt gekenmerkt door zijn lijngebruik en compositie. Hij gebruikte dikke buitenlijnen en dunne lijnen binnen deze gemaakte vorm. De kleuren zijn simpel en alles correspondeert met elkaar. De stijl is erg vlak wat mensen tot op de dag van vandaag inspireert, het valt ook bij komiektekenaars in te smaak. De vloeiende lijnen maken zijn werk dynamisch, en ook net zoals de andere Art Nouveau artiesten maakte hij veel gebruik van details en ornamenten uit de natuur. Mucha’s werk is luchtig, ondanks dat het 'plat' getekend is.
Hij was zeer succesvol, maar hij bleek zich niet voldaan te voelen. In de tweede helft van zijn carrière begon hij met een groot project om de geschiedenis van de Slavische landen te schilderen. Mucha vond dat zijn werk niet gelabeld moest worden als Art Nouveau, hij vond de stijl namelijk te ‘trendy’ en was van mening dat er geen 'nieuwe' (Art Nouveau) kunst kan bestaan.
,,Kunst bestaat enkel om een spirituele boodschap over te brengen’’, Alphonse Mucha
Materiaalanalyse
Gebouwen
Hôtel Solvay
Victor Horta was de architect van dit project. De opdrachtgever was een rijke zakenman, dus Horta had voor dit ontwerp alles tot de details ontworpen in verschillende soorten materialen. Hij heeft o.a. de onderstaande materialen gebruikt:
- Marmer;
- Zwarte onyxsteen;
- Brons;
- Tropisch hout.
Hotel van Eetvelde
In het interieur van Hotel van Eetvelde, ook ontworpen door Victor Horta, staan de industriële materialen zoals staal en glas centraal, ook voor de constructie is staal gebruikt. De gevel bestaat uit sierlijk gedetailleerd zandsteen. Het huis heeft een grote koepel van glas-in-lood, waardoor het interieur meer licht binnenkrijgt.
Metro entrees Parijs
Aan het einde van de 19de eeuw was er een competitie voor het ontwerpen van de constructies metro entrees. Hector Guimard werd gekozen, hij was al bekend van een aantal bekende Art Nouveau gebouwen. Hij maakte drie verschillende entrees. Voor zijn eerste soort entree-ontwerpen koos Guimard koos gietijzer als materiaal, het was goedkoop en makkelijk te modelleren. Dit wordt beschouwen als een van de eerste werken massaproductie in architectuur.
Voor zijn tweede entree-ontwerpen koos Guimard een soort lavasteen. Al vroeg in zijn carrière raakte Guimard gefascineerd door de eigenschappen van lavasteen; het is weers-, vorst- en zuurbestendig. Een vakman had een aantal jaar voor deze opdracht een nieuwe soort steen ontwikkeld op basis van lavasteen, cement en klei. Guimard kwam in aanraking met deze steen en gebruikte het voor het eerst voor een schoorsteen. Guimard vroeg er patent voor aan en bleef het gebruiken voor zijn ontwerpen. De steensoort wordt na het mengen van de bestandsdelen eerst een plastisch massa, waardoor het in een mal kon worden geperst waarna het gebakken en geëmailleerd werd.
Casa Battló
Ontworpen door Antoni Gaudí is Casa Battló een van de meest merkwaardige Art Nouveau gebouwen van Spanje. Op de begane grond en eerste verdieping zijn er stenen zuilen in de vorm van botten, versierd met typische bloemelementen. De balkonleuningen zijn gemaakt uit een stuk gietijzer en bevestigd door twee ankerpunten, die de vorm hebben van gezichtsmaskers. Het dak bestaat uit dakpannen die lijken op grote schalen waardoor het op de rug van een dier lijkt. De kleuren veranderen graderend en de vorstpannen zijn grote bolvormige componenten. Het is een huis vol symbolen en beelden, beladen met mysterie.
Er zijn veel interpretaties over Casa Battló, maar Gaudí hij heeft zelf nooit uitleg gegeven over zijn werk. Hij werkte aan de gevel zonder specifieke plannen, iets wat kenmerkend was voor hem. Het lijkt op een onleesbaar verhaal, dat door elk individu met zijn eigen verbeeldingskracht moet worden ingevuld.
Materialen en technieken
Sgraffito
Sgraffito werd in de periode van Art Nouveau gebruikt om portretten of motieven te maken. De methode van sgraffito lijkt erg op die van het maken van fresco's. Bij het maken van sgraffito wordt in de verse mortel een lijntekening gekrast en ingekleurd. Het is geschikt voor zowel het exterieur als interieur. Een prachtig voorbeeld van deze techniek is Maison Cauchie (1905) en 48 rue Defacqz (1897). De schilderingen zijn gemaakt door de architect zelf, Paul Cauchi. De gevel werd zo in feite een enorme advertentie over zijn kennis en vakmanschap.
Een ander gebruik van sgraffito is te zien in schildertechniek. Je laat een enkele laag verf licht opdrogen op een canvas/vel papier, waar bovenop met nog een andere kleur wordt geschilderd. Vervolgens wordt de verf in een ontwerp uitgekrast, waardoor de onderste laag zichtbaar wordt.
Men kan ook sgraffito toepassen op glas. Hierbij wordt het glas bedekt met een donkere kleur poeder en de lichte gebieden worden onthuld door het gepoederde glas weg te schrapen.
Mozaïek
Het gebruik van mozaïek dateert terug tot 700 voor Christus. Met elk tijdperk is het vaak gebruikt, ook tijdens Art Nouveau. Er zijn verschillende soorten mozaïek, en de soorten die veel gebruikt werden tijdens Art Nouveau waren trencadís en hydraulische mozaïek. Trencadís werd in het algemeen niet gebruikt tot Gaudí dat grootschalig deed tijdens Art Nouveau. Het zijn de restanten van oude tegels en borden in verschillende soorten maten. Trencadísmozaïeken werden rechtstreeks op natte mortel geplaats, normaal gesproken zonder ontwerp. Door de oneffenheden ontstaat er een mooi lichtspel wanneer het belicht wordt. Trencadísmozaïeken waren snel toepasbaar en hadden het potentieel voor een spontaan ontwerp.
Glas-in-lood
Glas-in-lood was al decennia zeer populair, maar de traditionele technieken en ontwerpen waren niet bestendig tegen de invloeden van Art Nouveau. De voorheen Gotische vormen maakten plaats voor de dynamische bloemen, symbolistische vrouwen, de coup de fouet-vorm en andere elementen van Art Nouveau. Ook het kleurgebruik valt op. Bovendien was Horta een van de eersten die glas-in-lood gecombineerd met keramiek, hout, staal in dezelfde motieven had ontworpen en gerealiseerd. Op deze manier probeerde hij harmonie te creëren tussen functionele en decoratieve elementen. In Wenen creëerden de kunstenaars van de Secessionmeer abstracte, eenvoudige en geometrische ontwerpen voor glas-in-lood.
Favrileglas
Tijdens Art Nouveau werd er veel glas gebruikt in zowel architectuur als decoratieve kunst zoals vazen en lampen. De technieken om glas te maken waren al enkele jaren in volle ontwikkeling, en dat resulteerde tijdens de Art Nouveau in producten met zeer goede kwaliteit glas. Het had een betere kleur, glansde mooier en het was makkelijk te buigen. Het vervormen van glas vond in Art Nouveau een mooie plaats, en de glaskunstenaars breidden de vormmogelijkheden enorm uit.
Louis Comfort Tiffany ontwikkelde een nieuw soort glas: favrile. Het glas verandert van kleur als er vanuit een andere hoek naar gekeken wordt, dit lijkt op het fenomeen van een zeepbubbel of van een opaalsteen. Favrileglas wordt gemaakt door het gesmolten glas te behandelen met metaaloxiden. Het glas absorbeert de metaaloxiden waardoor dit iriserende effect ontstaat. Tiffany gebruikte favrileglas voor zowel decoratieve als beeldende kunst, maar wegens de eigenschappen van het glas kon het niet vervaardigd worden in de architectuur.
Het grootste werk beeldende kunst met favrileglas is Dream Garden (1916), ontworpen door de kunstenaar Maxfield Parrish (1870 – 1966) en uitgevoerd door Tiffany zelf.
IJzerwerk
Tijdens Art Nouveau was er veel geloof in de toekomst, daarom hechtte men zich aan de nieuwste technieken en materialen. Dit gold ook voor ijzerwerk. IJzerwerk biedt veel mogelijkheden qua vormen, en er werd veel creativiteit gebruikt bij het ontwerpen van het ijzerwerk. De vakmannen voerden het excellent uit en ondanks de industrialisatie was er nog steeds veel aandacht en waardering voor de ambachten. De vormen die werden gemaakt met ijzerwerk waren, vanzelfsprekend, geïnspireerd door de natuur. Hoewel Belle époque een welvarende tijd was en er massale hoeveelheden siersmeedwerk waren, is het gebruik ervan steeds afgenomen. Staal werd namelijk populairder en in de jaren zestig daalde de prijs, siersmeedwerk werd dus niet meer relevant. Staal bood naast de goedkopere prijs ook het voordeel dat het niet oxideert in tegenstelling tot smeed- en gietijzer. Tegenwoordig wordt siersmeedwerk alleen geproduceerd voor restauratiedoeleinden.