Oud-Hollandse trapgevels: Difference between revisions
No edit summary |
|||
(29 intermediate revisions by the same user not shown) | |||
Line 25: | Line 25: | ||
=== Renaissance === | === Renaissance === | ||
Het hoogtepunt van de Hollandse Renaissance waren de jaren 1590 – 1630. Tijdens de Renaissance wilde men schuine (en verticale) lijnen zoveel mogelijk vermijden. De trapgevel paste daarom beter bij deze voorkeur dan de puntgevel. Vanaf 1550 speelden gedrukte voorbeelden vanuit Italië een grote rol in de Nederlanden, middels deze drukken werden de Italiaanse Renaissancevormen verspreid door het hele land. In Italië kwamen geen steile dakhellingen of topgevels voor. De Romeinen hanteerden een dakhelling van 22 graden, dit is ook de helling van het klassieke [https://nl.wikipedia.org/wiki/Fronton_(bouwkunde) <u>fronton</u>]. Maar, de invloed van de Renaissance leidde niet tot het verdwijnen van de eigenaardige Oud-Hollandse trapgevel. Sterker nog, de rijke en gevarieerde versieringen van de Renaissance werden aangebracht op de trapgevels. Daar waarbij in de Renaissance de nadruk legde op de horizontale lijn, kwamen de Oud-Hollandse trapgevels te kort. Hiervoor veel bredere gevels nodig. De invloed van de Renaissance bleef daardoor beperkt tot de versieringen die aan de bestaande trapgevelvorm werden toegevoegd. Zo ontstonden er trapgevels met sierstukken zoals voluten op de treden, en werden boven de vensters aan de oudheid ontleende frontons toegepast.<gallery mode="packed" heights="240"> | Het hoogtepunt van de Hollandse Renaissance waren de jaren 1590 – 1630. Tijdens de Renaissance wilde men schuine (en verticale) lijnen zoveel mogelijk vermijden. De trapgevel paste daarom beter bij deze voorkeur dan de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Puntgevel <u>puntgevel</u>]. Vanaf 1550 speelden gedrukte voorbeelden vanuit Italië een grote rol in de Nederlanden, middels deze drukken werden de Italiaanse Renaissancevormen verspreid door het hele land. In Italië kwamen geen steile dakhellingen of topgevels voor. De Romeinen hanteerden een dakhelling van 22 graden, dit is ook de helling van het klassieke [https://nl.wikipedia.org/wiki/Fronton_(bouwkunde) <u>fronton</u>]. Maar, de invloed van de Renaissance leidde niet tot het verdwijnen van de eigenaardige Oud-Hollandse trapgevel. Sterker nog, de rijke en gevarieerde versieringen van de Renaissance werden aangebracht op de trapgevels. Daar waarbij in de Renaissance de nadruk legde op de horizontale lijn, kwamen de Oud-Hollandse trapgevels te kort. Hiervoor veel bredere gevels nodig. De invloed van de Renaissance bleef daardoor beperkt tot de versieringen die aan de bestaande trapgevelvorm werden toegevoegd. Zo ontstonden er trapgevels met sierstukken zoals voluten op de treden, en werden boven de vensters aan de oudheid ontleende frontons toegepast.<gallery mode="packed" heights="240"> | ||
File:Hoorn, Kerkplein 39. Trapgevel uit 1563 in Renaissance-stijl. Klassieke driehoekige frontons en klauwstukken.jpg|Kerkplein 39 in Hoorn uit 1563. Renaissance trapgevel met klassieke driehoekige frontons en klauwstukken | File:Hoorn, Kerkplein 39. Trapgevel uit 1563 in Renaissance-stijl. Klassieke driehoekige frontons en klauwstukken.jpg|Kerkplein 39 in Hoorn uit 1563. Renaissance trapgevel met klassieke driehoekige frontons en klauwstukken | ||
</gallery> | |||
=== Oud-Hollandse trapgevel === | |||
In de 15<sup>de</sup> eeuw is de typerende Oud-Hollandse trapgevel ontwikkeld, waarbij ook het accent ligt op de horizontale belijning. In de eerste helft van de 17<sup>de</sup> eeuw zijn veel trapgevels in Oud-Hollandse stijl gebouwd. Amsterdam en Hoorn hebben er vol mee gestaan, en deze eigenaardige trapgevels zijn in andere steden nog steeds te bewonderen. Ze komen voornamelijk voor in plaatsen langs de IJssel, maar ook in steden zoals Dordrecht, Utrecht, Goes en Delft.<gallery mode="packed" heights="300"> | |||
File:Zutphen- Gotische gevel met pinakels op de geveltop.jpg|alt=Zutphen: Gotische gevel met pinakels op de geveltop|'''Zutphen:''' Gotische gevel met pinakels op de geveltop | |||
File:Dordrecht- Gotische gevel met driepassen in de nissen boven de ramen.jpg|alt=Dordrecht: Gotische gevel met driepassen in de nissen boven de ramen|'''Dordrecht:''' Gotische gevel met driepassen in de nissen boven de ramen | |||
File:Gotisch- Goes.jpg|alt=Goes: Gotische gevel met spitsbogen onder de traptreden|'''Goes:''' Gotische gevel met spitsbogen onder de traptreden | |||
</gallery> | </gallery> | ||
== Trapvorm == | == Trapvorm == | ||
=== Waarom? === | === Waarom? === | ||
Maar ''waarom'' is men de topgevel in de vorm van een trap gaan bouwen? | Maar ''waarom'' is men de topgevel in de vorm van een trap gaan bouwen? Er was waarschijnlijk niet één oorzaak of aanzet tot de 'ontdekking' van de trapvorm. De inspiratie moet mogelijk gezocht worden in de kastelen uit de Middeleeuwen. Er zou ook een verband kunnen zijn tussen de trapgevel met de zogenaamde ''levenstrap''. Daarnaast valt het gebruik van de trapgevel samen met de overgang van hout naar steen als bouwmateriaal voor woonhuizen. Middeleeuwse houten huizen hadden geen getrapte gevel, maar een puntgevel. Deze langwerpige huizen stonden op de straat gericht met een zadeldak die een dakhelling had van maar liefst 50 tot 60 graden, vanwege het regenachtige klimaat van Nederland. In de 19<sup>de</sup> eeuw werd zink meer betaalbaar, waardoor een kleinere dakhelling mogelijk was. Mogelijk hebben daarnaast bouwtechnische redenen ook een rol gespeeld. Bouwhistoricus W. Weve formuleert het bouwtechnische aspect van de trapgevel als volgt:<blockquote>'',,Architectonische vormen hebben altijd een relatie met bouwkundige, en andere technische aspecten. Niet alles wat mooi is is alleen voor de sier gemaakt maar heeft meestal ook praktisch nut. Het ontstaan van de trapgevel heeft te maken met het lokaal beschikbare materiaal voor dak en gevel en het gewenste gebruik van steile daken tussen topgevels. In topgevels kunnen makkelijk lichtvensters en hijsdeuren worden aangebracht wat nodig is als men zolders wil gebruiken. Hout kan men in grote lengtes schuin leggen wat leidt tot houten huizen met zadeldaken en met houten puntgevels waar de dakvlakken ter bescherming van de onderliggende gevel iets over uitsteken. Die dakvorm bleef in onze streken in gebruik bij stenen huizen. Daarvoor was het niet meer nodig dat de dakvlakken over de gevels uitstaken en kon de voorgevel boven het dak uitsteken, wat meer aanzien gaf, al was het maar omdat het huis dan hoger leek dan het feitelijk was. bij het gebruik van relatief kleine blokvormige elementen, baksteen, maar ook kleinere blokken natuursteen, in combinatie met een (in onze streken gebruikelijk) steil schuin zadeldak, zal men daarbij ‘vanzelf’ op een trapsgewijze stapeling zijn gekomen. In Noord-Frankrijk zijn er bijvoorbeeld trapgevels in natuurstenen blokken (van ongeveer een voet hoog) waarbij de trappen van de trapgevels steeds één steen verspringen. De trappen in de zuidelijke Nederlanden zijn in het algemeen kleiner dan die in Holland terwijl verder noordelijk de treden nog groter kunnen worden (Hanzesteden aan de Oostzeekust). In zuidelijke mediterrane streken is de noodzaak voor steile daken niet aanwezig. In de architectuur kon men spelen met de trapvorm waardoor het decoratieve effect ging overheersen.’’'' </blockquote><gallery mode="packed" heights="300"> | ||
File:Kasteel Radboud uit 1288 in Medemblik. Getrapte topgevels met ezelsruggen. De vensteropeningen met spitsbogen zijn gotisch..jpg|alt=Kasteel Radboud in Medemblik uit 1288. Getrapte topgevels met ezelsruggen. De vensteropeningen met spitsbogen zijn gotisch|Kasteel Radboud in Medemblik uit 1288. Getrapte topgevels met ezelsruggen. De vensteropeningen met spitsbogen zijn gotisch | |||
</gallery> | |||
=== Hoe? === | === Hoe? === | ||
Trapgevels zijn zogenoemde ''schermgevels''. Hij werd hoger opgetrokken dan het achterliggende zadeldak. Om deze reden was het eigenlijk een zeer kwetsbare gevelvorm, die veel onderheid nodig had. Dit is dan ook de reden dan in de loop der tijd van veel oorspronkelijke trapgevel de topgevel is verwijderd en vervangen door een kroonlijst, met daar achter een hellend dakvlak of puntgevel. Naast trapgevels werden er in die periode ook stenen puntgevels en tuitgevels gebouwd. Hierover meer te lezen in het kopje ''< | Trapgevels zijn zogenoemde ''schermgevels''. Hij werd hoger opgetrokken dan het achterliggende zadeldak. Om deze reden was het eigenlijk een zeer kwetsbare gevelvorm, die veel onderheid nodig had. Dit is dan ook de reden dan in de loop der tijd van veel oorspronkelijke trapgevel de topgevel is verwijderd en vervangen door een kroonlijst, met daar achter een hellend dakvlak of puntgevel. Naast trapgevels werden er in die periode ook stenen puntgevels en tuitgevels gebouwd. Hierover meer te lezen in het kopje ''[[Oud-Hollandse trapgevels#Puntgevels en tuitgevels|<u>'Puntgevels en tuitgevels'</u>]]''. | ||
=== Voorgevel als visitekaartje === | === Voorgevel als visitekaartje === | ||
Line 44: | Line 50: | ||
Trapgevels komen, behalve in Nederland, ook voor in België, [https://fr.wikipedia.org/wiki/Pignon_%C3%A0_gradins <u>Frankrijk</u>], [https://de.wikipedia.org/wiki/Staffelgiebel <u>Duitsland</u>] en [[wikipedia:Stepped_gable|<u>Engeland</u>]]. Ieder heeft andere benaming. | Trapgevels komen, behalve in Nederland, ook voor in België, [https://fr.wikipedia.org/wiki/Pignon_%C3%A0_gradins <u>Frankrijk</u>], [https://de.wikipedia.org/wiki/Staffelgiebel <u>Duitsland</u>] en [[wikipedia:Stepped_gable|<u>Engeland</u>]]. Ieder heeft andere benaming. | ||
* Duits: '' | * Duits: ''Staffelgiebel, Treppengiebel, Stufengiebel;'' | ||
* Engels: ''step gable, crow step, corbie step;'' | * Engels: ''step gable, crow step, corbie step;'' | ||
* Frans: ''pignon à redans, facade à redans.'' | * Frans: ''pignon à redans, facade à redans.'' | ||
<gallery mode="packed" heights="300"> | |||
Er kan veel ontdekt en beschreven worden door het kijken naar trapgevels. Het onthult: | File:Laat-Gotische trapgevel in Noord-Duitsland uit de 14de-15de eeuw.jpg|'''Noord-Duitsland:''' Laat-Gotische trapgevel uit de 14<sup>de</sup>-15<sup>de</sup> eeuw | ||
File:Frankrijk- Het oudste maison d'Arras, in Gotische flamencostijl.jpg|alt=Frankrijk: Het oudste maison d'Arras, in Gotische flamencostijl|'''Frankrijk:''' Het oudste maison d'Arras, in Gotische flamencostijl | |||
</gallery>Er kan veel ontdekt en beschreven worden door het kijken naar trapgevels. Het onthult: | |||
* het land of de streek; | * het land of de streek; | ||
Line 54: | Line 62: | ||
* de positie of status van de bouwheer of opdrachtgever; | * de positie of status van de bouwheer of opdrachtgever; | ||
* de aard van het bouwwerk. | * de aard van het bouwwerk. | ||
== Trapgevels en de levenstrap == | |||
Sinds de 16de eeuw is het thema van de ''levenstrap'' of ''Trap des Ouderdoms'' tot aan het begin van de 20ste eeuw over heel Europa verspreid. Tot die tijd was de levenstrap in Nederland al in heel wat woningen van boeren en burgers te vinden. De levenstrap is een voostelling van de levensloop van de mens door een op- en neergaande trap. De levenstrap wordt vaak afgebeeld als een trapgevel. Het hoogtepunt van de trapgevels was de periode 1600 – 1650, Nederlandse steden stonden er vol mee. De genreschilderkunst uit deze periode zaten ook vol met symbolische betekenissen en wijze lessen, waarvan de belangrijkste wel was: ''gedenk te sterven'' ([https://nl.wikipedia.org/wiki/Memento_mori <u>memento mori</u>]). Deze kunststukken waren erg populair en hingen in vele huizen aan de muur. Deze stukken duiden erop dat de 17de-eeuwse mens gewend was om te denken in metaforen en symbolen met belangrijke inhoud. Maar, de trapgevel bestaat al veel langer dan de levenstrap. De oudst bekende afbeelding van de levenstrap dateert uit 1540, en de oudst bekende Nederlandse levenstrap dateert uit omstreeks 1550. Het is dus denkbaar dat de trapgevel als inspiratie voor de afbeelding van de levenstrap heeft gediend, en niet omgekeerd. Dit valt ook op aan een detail van de levenstrap: er zijn namelijk dekstenen op de treden, net zoals dat bij de trapgevel het geval is. De trapgevel en de levenstrap kunnen elkaar ook over en weer hebben geïnspireerd in de 17e eeuw.<gallery mode="packed" heights="350"> | |||
File:De Levenstrap van de vrouw, gravure uit de 17e eeuw door Pieter Jan Entrop.jpg|alt=De Levenstrap van de vrouw, gravure uit de 17e eeuw door Pieter Jan Entrop|De Levenstrap van de vrouw, gravure uit de 17e eeuw door Pieter Jan Entrop | |||
</gallery> | |||
== Puntgevels en tuitgevels == | == Puntgevels en tuitgevels == | ||
De punt- en tuitgevel komen voornamelijk voor als achtergevel. De puntgevel was het toppunt van soberheid en werd gezien als onderdaan van de trapgevel. De puntgevel was onderdeel van het typische achteraanzicht van huizen uit deze periode. Toch is het metselwerk van een puntgevel moeilijker dan het lijkt. Langs de schuine zijden komen meestal schuine zijden, ''vlechtingen'', van pas. Zo werden de randen beter bestand gemaakt tegen weersinvloeden, waardoor het minder kwetsbaar en minder onderhoudsgevoelig was dan de trapgevel. | De punt- en tuitgevel komen voornamelijk voor als achtergevel. De puntgevel was het toppunt van soberheid en werd gezien als onderdaan van de trapgevel. De puntgevel was onderdeel van het typische achteraanzicht van huizen uit deze periode. Toch is het metselwerk van een puntgevel moeilijker dan het lijkt. Langs de schuine zijden komen meestal schuine zijden, ''[https://nl.wikipedia.org/wiki/Boerenvlechting <u>vlechtingen</u>]'', van pas. Zo werden de randen beter bestand gemaakt tegen weersinvloeden, waardoor het minder kwetsbaar en minder onderhoudsgevoelig was dan de trapgevel.<gallery mode="packed" heights="240"> | ||
File:Achtergevel van het huis Donkerstraat 26, Harderwijk. Achtergevel. Bakstenen tuitgevel met vlechtingen en een rollaag.jpg|alt=Donkerstraat, Harderwijk. Achtergevel uitgevoerd als tuitgevel met vlechtingen en een rollaag|Donkerstraat, Harderwijk. Achtergevel uitgevoerd als tuitgevel met vlechtingen en een rollaag | |||
</gallery> | |||
== Het belang van schilderijen == | == Het belang van schilderijen == | ||
Ondanks dat schilderijen geen natuurgetrouwe weergave zijn van de werkelijke stad, laten zij wel het beeld zien van de bestaande architectuur die de schilder om zich heen zag. Schilderijen laten de Middeleeuwse gebouwen zien door de ogen van de tijdsgenoten. Middeleeuwse schilderijen zijn naturalistisch, maar niet realistisch. In schilderijen fungeerde de afgebeelde stad soms als decor voor bijvoorbeeld religieuze voorstelling.<gallery mode="packed" heights="340"> | Ondanks dat schilderijen geen natuurgetrouwe weergave zijn van de werkelijke stad, laten zij wel het beeld zien van de bestaande architectuur die de schilder om zich heen zag. Schilderijen laten de Middeleeuwse gebouwen zien door de ogen van de tijdsgenoten. Middeleeuwse schilderijen zijn [https://nl.wikipedia.org/wiki/Naturalisme_(schilderkunst) <u>naturalistisch</u>], maar niet <u>[https://nl.wikipedia.org/wiki/Realisme_(kunststroming) realistisch]</u>. In schilderijen fungeerde de afgebeelde stad soms als decor voor bijvoorbeeld religieuze voorstelling.<gallery mode="packed" heights="340"> | ||
File:Het Straatje van Johannes Vermeer uit 1675.jpg|alt='Het Straatje' door Johannes Vermeer, 1675|''<nowiki/>'Het Straatje''' door Johannes Vermeer, 1675 | |||
File:'De zeven werken van barmhartigheid' door Meester van Alkmaar, 1504. Deel van een paneel uit de serie .jpg|alt='De zeven werken van barmhartigheid' door de Meester van Alkmaar, 1504. Deel van een paneel uit de serie|''<nowiki/>'De zeven werken van barmhartigheid''' door de Meester van Alkmaar, 1504. Deel van een paneel uit de serie | File:'De zeven werken van barmhartigheid' door Meester van Alkmaar, 1504. Deel van een paneel uit de serie .jpg|alt='De zeven werken van barmhartigheid' door de Meester van Alkmaar, 1504. Deel van een paneel uit de serie|''<nowiki/>'De zeven werken van barmhartigheid''' door de Meester van Alkmaar, 1504. Deel van een paneel uit de serie | ||
</gallery> | </gallery> | ||
== Wijzer: hoe oud is een gevel? == | |||
{| class="wikitable" | |||
|+ | |||
!Geveltype | |||
!Kenmerken | |||
!Periode | |||
|- | |||
|Trapgevel | |||
| | |||
* Treden | |||
* Baksteen | |||
|± 1600 – 1665 | |||
|- | |||
|Tuitgevel | |||
| | |||
* Voornamelijk pakhuizen en achtergevels | |||
* Sober, baksteenarchitectuur | |||
* Soms met een fronton of voluut | |||
|± 1620 – 1720 | |||
|- | |||
|Halsgevel | |||
| | |||
* 90˚ hoeken vormen een half | |||
* Klauwstukken, frontons, festoenen | |||
|± 1640 – 1770 | |||
|- | |||
|Klokgevel | |||
| | |||
* Klokvorm | |||
* Vaak met een 'kuif' op de top | |||
|± 1660 – 1790 | |||
|- | |||
|Verhoogde lijstgevel | |||
| | |||
* Rijkelijk versierd | |||
* Bakstenen/natuurstenen gevel eindigt in rechte lijst > Uitbundige verhoging met beelden, krullen en vazen | |||
|18<sup>e</sup> eeuw | |||
|- | |||
|Lijstgevel | |||
| | |||
* Houten rechte lijst | |||
* Soberheid door economische teruggang | |||
* Vaak als vervanging van originele hals- en klokgevels | |||
|± 19<sup>e</sup> eeuw | |||
|} |
Latest revision as of 14:43, 27 October 2023
Introductie
De Oud-Hollandse trapgevels zijn niet weg te denken van het typerend stadsgezicht van historische Nederlandse steden. We kennen de trapgevel vooral uit de eerste helft van de 17de eeuw. In deze tijd werd er in de Hollandse Renaissance (ook wel Noordelijk Maniërisme) gebouwd. De trapgevel is echter een gevelvorm die al vóór de Renaissance in onze streken bestond. De trapgevel werd vanaf de 12e eeuw in West-Europa toegepast als gevelvorm. De 12de eeuw waren de Late Middeleeuwen, en in deze tijd werd er gebouwd in Romaanse en Gotische bouwstijl. Zo wordt er op de site van Amsterdamse Monumenten vermeld:
,,Trapgevels worden gebouwd in de stijl van de renaissance. In deze stijl worden schuine lijnen zoveel mogelijk vermeden (vandaar dat men de schuine zijden van het puntdak aan het oog wil onttrekken). De trapgevel wordt in Amsterdam in de periode ±1600 tot ±1650 gebouwd.’’
Geschiedenis
Romaanse en Gotische trapgevels
Tijdens de Romaanse bouwstijl was de trapgevel eenvoudig en sober, met ezelsruggen op de treden. De Gotische trapgevel is echter veel rijker van stijl. De Gotische trapgevel vertoont zich met vensternissen in de vorm van spitsbogen, en pinakels op de treden van de trapgevel. In de Gotiek domineert de verticale lijn, maar horizontale accenten kwamen ook voor in vorm van speklijsten en regenlijsten. Romaanse en Gotische huizen met trapgevels zijn echter zeldzaam in ons land. De Oud-Hollandse trapgevel is daarentegen wel in verschillende steden te vinden.
Veelal de meeste bouwwerken uit de Middeleeuwen zijn gerestaureerd, gerenoveerd of gereconstrueerd. Hierdoor zijn de meeste trapgevels een verzameling geworden van verschillende elementen die afkomstig zijn uit andere trapgevels of bouwwerken. Dit geldt voor zowel de vorm, als voor de constructie, en de ornamenten. Ook namaak komt voor. Om deze reden bestaan er maar weinig zuiver Middeleeuwse Gotische bouwwerken die niet zijn aangetast door de mens.
- Namaak: Markt in Brugge
- Authentiek Middeleeuws: Belfort in Brugge
Renaissance
Het hoogtepunt van de Hollandse Renaissance waren de jaren 1590 – 1630. Tijdens de Renaissance wilde men schuine (en verticale) lijnen zoveel mogelijk vermijden. De trapgevel paste daarom beter bij deze voorkeur dan de puntgevel. Vanaf 1550 speelden gedrukte voorbeelden vanuit Italië een grote rol in de Nederlanden, middels deze drukken werden de Italiaanse Renaissancevormen verspreid door het hele land. In Italië kwamen geen steile dakhellingen of topgevels voor. De Romeinen hanteerden een dakhelling van 22 graden, dit is ook de helling van het klassieke fronton. Maar, de invloed van de Renaissance leidde niet tot het verdwijnen van de eigenaardige Oud-Hollandse trapgevel. Sterker nog, de rijke en gevarieerde versieringen van de Renaissance werden aangebracht op de trapgevels. Daar waarbij in de Renaissance de nadruk legde op de horizontale lijn, kwamen de Oud-Hollandse trapgevels te kort. Hiervoor veel bredere gevels nodig. De invloed van de Renaissance bleef daardoor beperkt tot de versieringen die aan de bestaande trapgevelvorm werden toegevoegd. Zo ontstonden er trapgevels met sierstukken zoals voluten op de treden, en werden boven de vensters aan de oudheid ontleende frontons toegepast.
Oud-Hollandse trapgevel
In de 15de eeuw is de typerende Oud-Hollandse trapgevel ontwikkeld, waarbij ook het accent ligt op de horizontale belijning. In de eerste helft van de 17de eeuw zijn veel trapgevels in Oud-Hollandse stijl gebouwd. Amsterdam en Hoorn hebben er vol mee gestaan, en deze eigenaardige trapgevels zijn in andere steden nog steeds te bewonderen. Ze komen voornamelijk voor in plaatsen langs de IJssel, maar ook in steden zoals Dordrecht, Utrecht, Goes en Delft.
Trapvorm
Waarom?
Maar waarom is men de topgevel in de vorm van een trap gaan bouwen? Er was waarschijnlijk niet één oorzaak of aanzet tot de 'ontdekking' van de trapvorm. De inspiratie moet mogelijk gezocht worden in de kastelen uit de Middeleeuwen. Er zou ook een verband kunnen zijn tussen de trapgevel met de zogenaamde levenstrap. Daarnaast valt het gebruik van de trapgevel samen met de overgang van hout naar steen als bouwmateriaal voor woonhuizen. Middeleeuwse houten huizen hadden geen getrapte gevel, maar een puntgevel. Deze langwerpige huizen stonden op de straat gericht met een zadeldak die een dakhelling had van maar liefst 50 tot 60 graden, vanwege het regenachtige klimaat van Nederland. In de 19de eeuw werd zink meer betaalbaar, waardoor een kleinere dakhelling mogelijk was. Mogelijk hebben daarnaast bouwtechnische redenen ook een rol gespeeld. Bouwhistoricus W. Weve formuleert het bouwtechnische aspect van de trapgevel als volgt:
,,Architectonische vormen hebben altijd een relatie met bouwkundige, en andere technische aspecten. Niet alles wat mooi is is alleen voor de sier gemaakt maar heeft meestal ook praktisch nut. Het ontstaan van de trapgevel heeft te maken met het lokaal beschikbare materiaal voor dak en gevel en het gewenste gebruik van steile daken tussen topgevels. In topgevels kunnen makkelijk lichtvensters en hijsdeuren worden aangebracht wat nodig is als men zolders wil gebruiken. Hout kan men in grote lengtes schuin leggen wat leidt tot houten huizen met zadeldaken en met houten puntgevels waar de dakvlakken ter bescherming van de onderliggende gevel iets over uitsteken. Die dakvorm bleef in onze streken in gebruik bij stenen huizen. Daarvoor was het niet meer nodig dat de dakvlakken over de gevels uitstaken en kon de voorgevel boven het dak uitsteken, wat meer aanzien gaf, al was het maar omdat het huis dan hoger leek dan het feitelijk was. bij het gebruik van relatief kleine blokvormige elementen, baksteen, maar ook kleinere blokken natuursteen, in combinatie met een (in onze streken gebruikelijk) steil schuin zadeldak, zal men daarbij ‘vanzelf’ op een trapsgewijze stapeling zijn gekomen. In Noord-Frankrijk zijn er bijvoorbeeld trapgevels in natuurstenen blokken (van ongeveer een voet hoog) waarbij de trappen van de trapgevels steeds één steen verspringen. De trappen in de zuidelijke Nederlanden zijn in het algemeen kleiner dan die in Holland terwijl verder noordelijk de treden nog groter kunnen worden (Hanzesteden aan de Oostzeekust). In zuidelijke mediterrane streken is de noodzaak voor steile daken niet aanwezig. In de architectuur kon men spelen met de trapvorm waardoor het decoratieve effect ging overheersen.’’
Hoe?
Trapgevels zijn zogenoemde schermgevels. Hij werd hoger opgetrokken dan het achterliggende zadeldak. Om deze reden was het eigenlijk een zeer kwetsbare gevelvorm, die veel onderheid nodig had. Dit is dan ook de reden dan in de loop der tijd van veel oorspronkelijke trapgevel de topgevel is verwijderd en vervangen door een kroonlijst, met daar achter een hellend dakvlak of puntgevel. Naast trapgevels werden er in die periode ook stenen puntgevels en tuitgevels gebouwd. Hierover meer te lezen in het kopje 'Puntgevels en tuitgevels'.
Voorgevel als visitekaartje
De voorgevel was het visitekaartje van de eigenaar of bewoner en kon dienen als statussymbool. In deze tijden van economische voorspoed (want het was tenslotte de Gouden Eeuw) kon men zich veroorloven om geld uit te geven aan zaken die verder gingen dan nut en noodzaak. Men wou graag laten zien hoe succesvol hij/zij was. De trapgevel was een belangrijk onderdeel van zo’n statussymbool. Voorzien van ornamenten had de trapgevel veel meer allure dan een sobere puntgevel. Er speelden hierbij ook esthetische overwegingen een rol.
Verspreiding
Trapgevels komen, behalve in Nederland, ook voor in België, Frankrijk, Duitsland en Engeland. Ieder heeft andere benaming.
- Duits: Staffelgiebel, Treppengiebel, Stufengiebel;
- Engels: step gable, crow step, corbie step;
- Frans: pignon à redans, facade à redans.
Er kan veel ontdekt en beschreven worden door het kijken naar trapgevels. Het onthult:
- het land of de streek;
- de tijd waarin de gevel is gebouwd;
- de positie of status van de bouwheer of opdrachtgever;
- de aard van het bouwwerk.
Trapgevels en de levenstrap
Sinds de 16de eeuw is het thema van de levenstrap of Trap des Ouderdoms tot aan het begin van de 20ste eeuw over heel Europa verspreid. Tot die tijd was de levenstrap in Nederland al in heel wat woningen van boeren en burgers te vinden. De levenstrap is een voostelling van de levensloop van de mens door een op- en neergaande trap. De levenstrap wordt vaak afgebeeld als een trapgevel. Het hoogtepunt van de trapgevels was de periode 1600 – 1650, Nederlandse steden stonden er vol mee. De genreschilderkunst uit deze periode zaten ook vol met symbolische betekenissen en wijze lessen, waarvan de belangrijkste wel was: gedenk te sterven (memento mori). Deze kunststukken waren erg populair en hingen in vele huizen aan de muur. Deze stukken duiden erop dat de 17de-eeuwse mens gewend was om te denken in metaforen en symbolen met belangrijke inhoud. Maar, de trapgevel bestaat al veel langer dan de levenstrap. De oudst bekende afbeelding van de levenstrap dateert uit 1540, en de oudst bekende Nederlandse levenstrap dateert uit omstreeks 1550. Het is dus denkbaar dat de trapgevel als inspiratie voor de afbeelding van de levenstrap heeft gediend, en niet omgekeerd. Dit valt ook op aan een detail van de levenstrap: er zijn namelijk dekstenen op de treden, net zoals dat bij de trapgevel het geval is. De trapgevel en de levenstrap kunnen elkaar ook over en weer hebben geïnspireerd in de 17e eeuw.
Puntgevels en tuitgevels
De punt- en tuitgevel komen voornamelijk voor als achtergevel. De puntgevel was het toppunt van soberheid en werd gezien als onderdaan van de trapgevel. De puntgevel was onderdeel van het typische achteraanzicht van huizen uit deze periode. Toch is het metselwerk van een puntgevel moeilijker dan het lijkt. Langs de schuine zijden komen meestal schuine zijden, vlechtingen, van pas. Zo werden de randen beter bestand gemaakt tegen weersinvloeden, waardoor het minder kwetsbaar en minder onderhoudsgevoelig was dan de trapgevel.
Het belang van schilderijen
Ondanks dat schilderijen geen natuurgetrouwe weergave zijn van de werkelijke stad, laten zij wel het beeld zien van de bestaande architectuur die de schilder om zich heen zag. Schilderijen laten de Middeleeuwse gebouwen zien door de ogen van de tijdsgenoten. Middeleeuwse schilderijen zijn naturalistisch, maar niet realistisch. In schilderijen fungeerde de afgebeelde stad soms als decor voor bijvoorbeeld religieuze voorstelling.
Wijzer: hoe oud is een gevel?
Geveltype | Kenmerken | Periode |
---|---|---|
Trapgevel |
|
± 1600 – 1665 |
Tuitgevel |
|
± 1620 – 1720 |
Halsgevel |
|
± 1640 – 1770 |
Klokgevel |
|
± 1660 – 1790 |
Verhoogde lijstgevel |
|
18e eeuw |
Lijstgevel |
|
± 19e eeuw |