Kennisniveaus: Difference between revisions

From Bouw wiki
Jump to navigation Jump to search
Bouw.>Maarten
No edit summary
 
m (1 revision imported)
 
(No difference)

Latest revision as of 11:41, 5 April 2023

Inleiding

Deze pagina gaat over de definitief van kennisniveaus die we onderscheiden.

Kennisniveaus

De kennisniveaus handelen over de graad van kennis van een bepaald onderwerp. Het is een methode waarbij we kunnen vaststellen hoe goed een persoon zijn kennis van een bepaald onderwerp beheerst. Dus niet hoeveel totale kennis hij/zij heeft.

Niveau Omschrijving Voorbeeld Hoe op een volgend niveau te brengen?
1 Geen bestaan
  • Weet niets van een onderwerp.
  • Terminologie over dit onderwerp komen hem onbekend voor.
  • Heeft geen enkel beeld bij het onderwerp.
  • Hij geeft geen enkel begrip van de verbanden
  • Hij kan er niets over vertellen.
  • Als een ander iets over dit onderwerp verteld kan hij niet beoordelen of dat klopt.
2 Verwarring
  • Weet iets van een onderwerp.
  • Terminologie over dit onderwerp komen hem enigzinds bekend voor.
  • Heeft een beperkt, onvolledig of onjuist beeld bij het onderwerp.
  • Hij kan er niets over vertellen.
  • Als een ander iets over dit onderwerp verteld kan hij niet beoordelen of dat klopt.
3 Sluimering
  • Weet iets van een onderwerp.
  • Terminologie over dit onderwerp komen hem bekend voor.
  • Heeft een beperkt beeld bij het onderwerp.
  • Hij kan er iets over vertellen.
  • Als een ander iets over dit onderwerp verteld kan hij soms beoordelen of dat klopt.
4 Basisniveau
  • Weet de basis van een onderwerp.
  • Terminologie over dit onderwerp kent hij niet uit zijn hoofd, maar kan het wel beoordelen als iemand anders dat zegt.
  • Heeft een juist beeld bij het onderwerp
  • Hij kan met zijn eigen woorden iets vertellen over dit onderwerp.
  • Als een ander iets over dit onderwerp verteld kan hij beoordelen of dat klopt.
5 Helder
  • Weet alles van een onderwerp.
  • Terminologie over dit onderwerp weet hij 100% uit het hoofd.
  • Hij heeft een mening over dit onderwerp op basis van de meningen van anderen over dit onderwerp.
  • Heeft een volledig beeld bij het onderwerp
  • Hij kan er alles over vertellen met parate kennis.
  • Als een ander iets over dit onderwerp verteld kan hij beoordelen of dat klopt.
6 Wetend
  • Weet alles van een onderwerp.
  • Terminologie over dit onderwerp weet hij 100% uit het hoofd. Kent de achtergronden en geschiedenis van de begrippen.
  • Hij heeft een mening over dit onderwerp op basis van de meningen van anderen over dit onderwerp.
  • Heeft een volledig beeld bij het onderwerp
  • Hij kan er alles over vertellen met parate kennis.
  • Als een ander iets over dit onderwerp verteld kan hij exact beoordelen of dat klopt.
Professor in zijn vakgebied.

Hele goede vakmensen.