Art Nouveau: Difference between revisions

From Bouw wiki
Jump to navigation Jump to search
No edit summary
Line 32: Line 32:
De term Art Nouveau verscheen voor het eerst in het Belgische tijdschrift L’art Moderne in 1884. Er werd in het tijdschrift ook gesproken over de Les XX, een groep Art Nouveau kunstenaars. Na eigen onderzoek ben ik er achter gekomen dat een van de redacteurs de oprichter is van deze groep. Hij maakte gebruik van zijn impact en schreef regelmatig columns over de groep. De ‘spirit’ van deze Les XX verspreidde zich hierdoor snel, zo kreeg Art Nouveau internationaal bekendheid. Hierdoor zijn er veel synoniemen voor Art Nouveau ontstaan; Jugendstil in het Duits, Modernismo in het Spaans, Stile Floreale in het Frans, Glasgow Style in het Schots, Tiffany Style in Amerika, etc.
De term Art Nouveau verscheen voor het eerst in het Belgische tijdschrift L’art Moderne in 1884. Er werd in het tijdschrift ook gesproken over de Les XX, een groep Art Nouveau kunstenaars. Na eigen onderzoek ben ik er achter gekomen dat een van de redacteurs de oprichter is van deze groep. Hij maakte gebruik van zijn impact en schreef regelmatig columns over de groep. De ‘spirit’ van deze Les XX verspreidde zich hierdoor snel, zo kreeg Art Nouveau internationaal bekendheid. Hierdoor zijn er veel synoniemen voor Art Nouveau ontstaan; Jugendstil in het Duits, Modernismo in het Spaans, Stile Floreale in het Frans, Glasgow Style in het Schots, Tiffany Style in Amerika, etc.


==== ''1920 – 1930: Art Deco'' ====
==== 1920 – 1930: Art Deco ====
Art Deco ontstond direct na de Eerste Wereldoorlog, nadat Art Nouveau was verdwenen. Dit was weer een periode van welvaart, en door de impact van Art Nouveau om decoratieve kunst een betere reputatie te geven, verliep het verkoop van Art Deco gebruiksvoorwerpen goed. Niet alleen de welvaart was een reden dat het verkoop goed ging, de stijl was namelijk een samensmelting van Art Nouveau en de invloeden van de industriële revolutie. Het was meer symmetrisch, geometrisch en strak. Hierdoor werd de (massa)productie dus makkelijker, het had minder gecompliceerde, organische, ronde vormen van Art Nouveau. Art Deco was ook zeer beïnvloed door de moderne kunst in die tijd. Kubisme maakte een opkomst met haar abstracte vormen, een bekende Kubismekunstenaar is Pablo Picasso (1881 – 1973).Théâtre Champs-Élysées wordt gezien als het eerste Art Deco gebouw. Gerealiseerd in 1910 – 1913 door de Franse architecten Auguste Perret (1874 – 1954), Roger Bouvard (1875 – 1961) en Henry van de Velde (1863 – 1957). Perret was gespecialiseerd in het gebruik van gewapend beton, Bouvard stond aan het front van de nieuwe ontwikkelingen binnen architectuur en van de Velde was een belangrijk figuur van Art Nouveau. De combinatie van de drie heeft geresulteerd in een uniek gebouw, Théâtre Champs-Elysees doet denken aan de oudheid door de zuilen en reliëfs, maar ook de basis-karakteristieken van Art Deco zijn te zien; gepolijste materialen in de vorm van gouden details, symmetrie, geometrie en ‘versimpelde’ ornamenten.Tijdens de grote crisis van 1930 ging ieders welvaart achteruit, waardoor het verkoop van Art Deco gebruiksvoorwerpen stil kwam te staan. Op het gebied van architectuur begon Art Deco achter te lopen op moderne architectuur, denk aan de Zwitserse-Franse Le Corbusier (1887 – 1965), en Duitse stijl Bauhaus. Een aantal van Le Corbusiers uitspraken; ‘Een huis is een machine om in te leven’, ‘Decoratieve kunst is een stervend medium’. Dit gedachtengoed werd langzamerhand overgenomen door architectuurscholen, waardoor de verdwijning van de esthetiek van Art Deco steeds sneller ging.
Art Deco ontstond direct na de Eerste Wereldoorlog, nadat Art Nouveau was verdwenen. Dit was weer een periode van welvaart, en door de impact van Art Nouveau om decoratieve kunst een betere reputatie te geven, verliep het verkoop van Art Deco gebruiksvoorwerpen goed. Niet alleen de welvaart was een reden dat het verkoop goed ging, de stijl was namelijk een samensmelting van Art Nouveau en de invloeden van de industriële revolutie. Het was meer symmetrisch, geometrisch en strak. Hierdoor werd de (massa)productie dus makkelijker, het had minder gecompliceerde, organische, ronde vormen van Art Nouveau. Art Deco was ook zeer beïnvloed door de moderne kunst in die tijd. Kubisme maakte een opkomst met haar abstracte vormen, een bekende Kubismekunstenaar is Pablo Picasso (1881 – 1973).Théâtre Champs-Élysées wordt gezien als het eerste Art Deco gebouw. Gerealiseerd in 1910 – 1913 door de Franse architecten Auguste Perret (1874 – 1954), Roger Bouvard (1875 – 1961) en Henry van de Velde (1863 – 1957). Perret was gespecialiseerd in het gebruik van gewapend beton, Bouvard stond aan het front van de nieuwe ontwikkelingen binnen architectuur en van de Velde was een belangrijk figuur van Art Nouveau. De combinatie van de drie heeft geresulteerd in een uniek gebouw, Théâtre Champs-Elysees doet denken aan de oudheid door de zuilen en reliëfs, maar ook de basis-karakteristieken van Art Deco zijn te zien; gepolijste materialen in de vorm van gouden details, symmetrie, geometrie en ‘versimpelde’ ornamenten.Tijdens de grote crisis van 1930 ging ieders welvaart achteruit, waardoor het verkoop van Art Deco gebruiksvoorwerpen stil kwam te staan. Op het gebied van architectuur begon Art Deco achter te lopen op moderne architectuur, denk aan de Zwitserse-Franse Le Corbusier (1887 – 1965), en Duitse stijl Bauhaus. Een aantal van Le Corbusiers uitspraken; ‘Een huis is een machine om in te leven’, ‘Decoratieve kunst is een stervend medium’. Dit gedachtengoed werd langzamerhand overgenomen door architectuurscholen, waardoor de verdwijning van de esthetiek van Art Deco steeds sneller ging.
==== 1950 – 1960: Popart ====
==== 1950 – 1960: Popart ====

Revision as of 12:43, 8 June 2023

Geschiedenis

Tijdlijn

Gebeurtenissen

1850 - ± 1900: Arts-and-craftsbeweging

Vandaag de dag herkennen we Art Nouveau aan haar karakteristieke vloeiende lijnen, botanische ornamenten, geometrische vormen en symbolische figuren. Maar hoe was de stijl ontstaan en wie waren de belangrijkste figuren?

De wortels van Art Nouveau leiden terug naar de arts-and-craftsbeweging. Deze stroming ontstond in Engeland midden 19de eeuw als reactie op de industrialisatie. Industrialisatie betekende massaproductie, en massaproductie betekende het einde van traditioneel vakmanschap. Producten verloren door de nieuwe standaard hun ambachtelijkheid. Een van de doelen van de arts-and-craftsbeweging werd daarom ook het verbinden van kunst en handwerk. William Morris stond vooraan dit gedachtengoed. Hij wierp zijn blik terug naar de middeleeuwen, zijn idealen; ambachtelijkheid, gestileerde botanische en organische vormen. Belangrijke kenmerken van de arts-and-craftsbeweging zijn:

  • Eenvoudig ontwerp;
  • Simpele, lineaire vormen;
  • Geïnspireerd op natuurlijke vormen;
  • Geïnspireerd op middeleeuwse en mythologische motieven;
  • Een herhalend patroon;
  • Vaak symmetrisch.

De arts-and-craftsbeweging zorgde voor opschuddingen, maar heeft uiteindelijk veel voor elkaar gekregen en veel invloed gehad in de westerse cultuur. Het verbinden van kunst en handwerk werd in de volgende jaren vervormd naar het verbinden van kunst en industrie. Wat opvallend is aan de arts-and-craftsbeweging is dat gebruiksvoorwerpen (meubels, behang, tapijten, boeken, bestek, etc.) door de hoge prijs buiten het bereik van de arbeidersklasse bleef, ondanks dat de beweging de werkende klasse wilde verheffen. In dit opzicht is het een elitaire beweging.

1871 – 1914: Belle époque

Belle époque, Frans voor ‘het mooie tijdperk’, is een periode vanaf eind 19de eeuw tot het begin van de Eerste Wereldoorlog. Het was een tijdperk van welvaart en ontplooiing van kunsten en wetenschappen. De wetenschappelijke ontwikkelingen zorgden voor verwarring omdat de ontdekkingen tegenstrijdig waren met de bestaande orde (evolutieleer van Darwin versus de Bijbel, opkomst socialisme versus de bourgeoisie, de Freudiaanse psychologie, nihilisme). Men ging de nieuwe eeuw in met zowel verwachtingen als angst. Deze combinatie leidde in de kunst tot een vlucht uit de realiteit met behulp van overmatige mooiigheid, Art Nouveau. Tegenstrijdig met de luxueuze stijl ontstond vanuit realisme impressionisme. Het doel was om de werkelijkheid zo uit te beelden als hoe het is.

De Eerste Wereldoorlog maakte abrupt een einde aan Belle époque.

Voorbeelden van gebouwen van tijdens Belle époque;

1890 – 1914: Art Nouveau

Art Nouveau bloeide in een periode van vlotte sociale en technologische veranderingen in Europa. Net zoals bij de arts-en-craftsbeweging speelde de afkeer tegen massaproductie een grote rol. De kern van de motivatie van Art Nouveau bevat naast deze afkeer en tegenover de dehumaniserende aspecten van het Victoriaans kapitalisme, en verwarring tijdens de Belle époque, nog een onderdeel; vanaf het begin hebben de Art Nouveau kunstenaars gestreden voor de eenheid van alle kunsten om discriminatie tussen beeldende kunst en decoratieve kunst tegen te gaan. Decoratieve kunst werd namelijk gezien als een lagere vorm. Art Nouveau kunstenaars zochten naar een manier om kunst de implementeren in het dagelijkse leven om zo de mensen te verheffen, de oplossing hiervoor was dus decoratieve kunst. Om die reden is de stijl overal te zien, van meubilair tot boekillustraties, architectuur tot keukengerei. Art Nouveau behoorde tot zowel publieke als privéruimtes, ook voor de middelklasse, in tegenstelling tot de arts-and-craftsbeweging waarbij door de hoge prijs van de gebruiksvoorwerpen het uit de buurt bleef van de middelklasse voor wie het eigenlijk ook was bestemd. Door de Eerste Wereldoorlog ging Art Nouveau teniet.

De term ‘Art Nouveau’

De term Art Nouveau verscheen voor het eerst in het Belgische tijdschrift L’art Moderne in 1884. Er werd in het tijdschrift ook gesproken over de Les XX, een groep Art Nouveau kunstenaars. Na eigen onderzoek ben ik er achter gekomen dat een van de redacteurs de oprichter is van deze groep. Hij maakte gebruik van zijn impact en schreef regelmatig columns over de groep. De ‘spirit’ van deze Les XX verspreidde zich hierdoor snel, zo kreeg Art Nouveau internationaal bekendheid. Hierdoor zijn er veel synoniemen voor Art Nouveau ontstaan; Jugendstil in het Duits, Modernismo in het Spaans, Stile Floreale in het Frans, Glasgow Style in het Schots, Tiffany Style in Amerika, etc.

1920 – 1930: Art Deco

Art Deco ontstond direct na de Eerste Wereldoorlog, nadat Art Nouveau was verdwenen. Dit was weer een periode van welvaart, en door de impact van Art Nouveau om decoratieve kunst een betere reputatie te geven, verliep het verkoop van Art Deco gebruiksvoorwerpen goed. Niet alleen de welvaart was een reden dat het verkoop goed ging, de stijl was namelijk een samensmelting van Art Nouveau en de invloeden van de industriële revolutie. Het was meer symmetrisch, geometrisch en strak. Hierdoor werd de (massa)productie dus makkelijker, het had minder gecompliceerde, organische, ronde vormen van Art Nouveau. Art Deco was ook zeer beïnvloed door de moderne kunst in die tijd. Kubisme maakte een opkomst met haar abstracte vormen, een bekende Kubismekunstenaar is Pablo Picasso (1881 – 1973).Théâtre Champs-Élysées wordt gezien als het eerste Art Deco gebouw. Gerealiseerd in 1910 – 1913 door de Franse architecten Auguste Perret (1874 – 1954), Roger Bouvard (1875 – 1961) en Henry van de Velde (1863 – 1957). Perret was gespecialiseerd in het gebruik van gewapend beton, Bouvard stond aan het front van de nieuwe ontwikkelingen binnen architectuur en van de Velde was een belangrijk figuur van Art Nouveau. De combinatie van de drie heeft geresulteerd in een uniek gebouw, Théâtre Champs-Elysees doet denken aan de oudheid door de zuilen en reliëfs, maar ook de basis-karakteristieken van Art Deco zijn te zien; gepolijste materialen in de vorm van gouden details, symmetrie, geometrie en ‘versimpelde’ ornamenten.Tijdens de grote crisis van 1930 ging ieders welvaart achteruit, waardoor het verkoop van Art Deco gebruiksvoorwerpen stil kwam te staan. Op het gebied van architectuur begon Art Deco achter te lopen op moderne architectuur, denk aan de Zwitserse-Franse Le Corbusier (1887 – 1965), en Duitse stijl Bauhaus. Een aantal van Le Corbusiers uitspraken; ‘Een huis is een machine om in te leven’, ‘Decoratieve kunst is een stervend medium’. Dit gedachtengoed werd langzamerhand overgenomen door architectuurscholen, waardoor de verdwijning van de esthetiek van Art Deco steeds sneller ging.

1950 – 1960: Popart

Ter gevolge van uitgebreide Art Nouveau tentoonstellingen in New York, Parijs en London in 1960 ontstond er weer een terugkomst van Art Nouveau. Door deze tentoonstellingen werd Art Nouveau weer relevant, terwijl het in die tijd door critici eigenlijk alleen als een trend werd beschouwd. De stijl werd nieuw leven ingeblazen in Popart, niet qua stijl, maar in de belangstelling voor reclameposters van kwaliteit. Door middel van snelle printtechnieken was het eenvoudig om de flyers te produceren.

1960 – ?: Psychedelia

In de jaren zestig ontstond in Amerika de welbekende ‘hippie’ cultuur. Het gebruik van drugs was erg populair, ook onder artiesten. De drugs zorgden voor hallucinaties en psychedelische ervaringen, die de artiesten om gingen zetten in muziek en kunst. Er ontstond een nieuwe beweging, Psychedelia. Rockmuziek werd steeds populairder, er kwamen nieuwe concerten – nieuwe artiesten, en de manier om aandacht te trekken was met een indrukwekkende poster. Het simpele, nederige zwart-wit werd vervangen met op Art Nouveau gebaseerde grafische kunst met levendige en eclectische kleuren, (bijna onleesbare) kalligrafie, versieringen en foto’s.

Bewegingen

De pioniers van Art Nouveau

België

Frankrijk

Oostenrijk

Spanje

Schotland

Amerika

Tsjecho-Slowakije

Materiaalanalyse

Gebouwen

Materialen en technieken