1800 – 1915: Neostijlen: Difference between revisions
(Replaced content with "'''◄ HOME''' '''◄ OVERZICHT BOUWSTIJLEN''' = Ontstaan = Net als de belangstelling voor [https://nl.wikipedia.org/wiki/De_klassieken <u>de klassieken</u>] ontstond er in de 19e eeuw belangstelling voor bouwstijlen uit de voorgaande eeuwen. Ook de opkomst van de archeologie in de 19e eeuw heeft veel bijgedragen aan de hernieuwde belangstelling voor de klassieken. ''Neostijlen'' is het overkoepelende woord voor h...") Tags: Replaced Visual edit |
No edit summary |
||
Line 2: | Line 2: | ||
[[Bouwstijlen#Bouwstijlen in Nederland|'''◄ OVERZICHT BOUWSTIJLEN''']] | [[Bouwstijlen#Bouwstijlen in Nederland|'''◄ OVERZICHT BOUWSTIJLEN''']] | ||
= Ontstaan = | = Ontstaan = | ||
Net als de belangstelling voor [https://nl.wikipedia.org/wiki/De_klassieken <u>de klassieken</u>] ontstond er in de 19e eeuw belangstelling voor bouwstijlen uit de voorgaande eeuwen. Ook de opkomst van de archeologie in de 19e eeuw heeft veel bijgedragen aan de hernieuwde belangstelling voor de klassieken. ''Neostijlen'' is het overkoepelende woord voor het gebruik van elementen die een stijl weerspiegelen van een ander tijdperk. ''Neo'' is het Griekse woord voor 'nieuw', in deze context vergelijkbaar met 'heropleving'. Als we het bijvoorbeeld hebben over het ''neoclassicisme'' betekent dit dus heropleving van het classicisme. Het eclecticisme is het gevolg van het combineren van neostijlen. Neostijlen bepaalden in de 19e eeuw het gezicht van de architectuur, en tegelijkertijd waren de technische en maatschappelijke ontwikkelingen groot door de industriële revolutie. Architecten hadden echter weinig oog voor nieuwe mogelijkheden, zij hielden zich vast aan de maatverhoudingen en ornamentiek uit het verleden, architectuur werd namelijk beschouwd als iets wat tot stand kwam door vaststaande regels en klassieke ontwerpprincipes. Rond 1870 nam men aan dat voor elk gebouwtype een toepasselijke bijbehorende stijl was; voor overheidsgebouwen en openbare gebouwen werd de neoclassicisme gehanteerd, voor kerkgebouwen de neogotiek, voor villa's bouwstijlen uit eigen nationale en/of regionale traditie. Er ontstonden eigenzinnige en excentrieke gebouwen door gebouwen uit het Oosten te bestuderen. De fabrieken die naar aanleiding van de industriële revolutie uit de grond schoten werden door de ingenieurs op een hoog-technische wijze gebouwd. | Net als de belangstelling voor [https://nl.wikipedia.org/wiki/De_klassieken <u>de klassieken</u>] ontstond er in de 19e eeuw belangstelling voor bouwstijlen uit de voorgaande eeuwen. Ook de opkomst van de archeologie in de 19e eeuw heeft veel bijgedragen aan de hernieuwde belangstelling voor de klassieken. ''Neostijlen'' is het overkoepelende woord voor het gebruik van elementen die een stijl weerspiegelen van een ander tijdperk. ''Neo'' is het Griekse woord voor 'nieuw', in deze context vergelijkbaar met 'heropleving'. Als we het bijvoorbeeld hebben over het ''neoclassicisme'' betekent dit dus heropleving van het classicisme. Het eclecticisme is het gevolg van het combineren van neostijlen. Neostijlen bepaalden in de 19e eeuw het gezicht van de architectuur, en tegelijkertijd waren de technische en maatschappelijke ontwikkelingen groot door de industriële revolutie. Architecten hadden echter weinig oog voor nieuwe mogelijkheden, zij hielden zich vast aan de maatverhoudingen en ornamentiek uit het verleden, architectuur werd namelijk beschouwd als iets wat tot stand kwam door vaststaande regels en klassieke ontwerpprincipes. Rond 1870 nam men aan dat voor elk gebouwtype een toepasselijke bijbehorende stijl was; voor overheidsgebouwen en openbare gebouwen werd de neoclassicisme gehanteerd, voor kerkgebouwen de neogotiek, voor villa's bouwstijlen uit eigen nationale en/of regionale traditie. Er ontstonden eigenzinnige en excentrieke gebouwen door gebouwen uit het Oosten te bestuderen. De fabrieken die naar aanleiding van de industriële revolutie uit de grond schoten werden door de ingenieurs op een hoog-technische wijze gebouwd. |
Latest revision as of 13:09, 11 April 2024
Ontstaan
Net als de belangstelling voor de klassieken ontstond er in de 19e eeuw belangstelling voor bouwstijlen uit de voorgaande eeuwen. Ook de opkomst van de archeologie in de 19e eeuw heeft veel bijgedragen aan de hernieuwde belangstelling voor de klassieken. Neostijlen is het overkoepelende woord voor het gebruik van elementen die een stijl weerspiegelen van een ander tijdperk. Neo is het Griekse woord voor 'nieuw', in deze context vergelijkbaar met 'heropleving'. Als we het bijvoorbeeld hebben over het neoclassicisme betekent dit dus heropleving van het classicisme. Het eclecticisme is het gevolg van het combineren van neostijlen. Neostijlen bepaalden in de 19e eeuw het gezicht van de architectuur, en tegelijkertijd waren de technische en maatschappelijke ontwikkelingen groot door de industriële revolutie. Architecten hadden echter weinig oog voor nieuwe mogelijkheden, zij hielden zich vast aan de maatverhoudingen en ornamentiek uit het verleden, architectuur werd namelijk beschouwd als iets wat tot stand kwam door vaststaande regels en klassieke ontwerpprincipes. Rond 1870 nam men aan dat voor elk gebouwtype een toepasselijke bijbehorende stijl was; voor overheidsgebouwen en openbare gebouwen werd de neoclassicisme gehanteerd, voor kerkgebouwen de neogotiek, voor villa's bouwstijlen uit eigen nationale en/of regionale traditie. Er ontstonden eigenzinnige en excentrieke gebouwen door gebouwen uit het Oosten te bestuderen. De fabrieken die naar aanleiding van de industriële revolutie uit de grond schoten werden door de ingenieurs op een hoog-technische wijze gebouwd.
Stijl | Periode | Neostijl | Periode heropleving |
---|---|---|---|
Classicisme | 1630 – 1700 | Neoclassicisme | 1770 – 1880 |
Gotiek | 1230 – 1560 | Neogotiek | 1830 – 1920 |
Renaissance | 1525 – 1630 | Neorenaissance | 1870 – 1915 |
Barok | 1600 – 1750 | Neobarok |