1630 – 1700: Classicisme
Ontstaan
Het Classicisme behoort qua tijd tot de stijlperiode van de Barok, hoewel het zich daar tegen afzet. De 18e eeuw word ook wel de Eeuw van de Rede of De Verlichting genoemd. In deze periode stond rede centraal. Deze periode wordt gekenmerkt door bevordering van de wetenschap en intellectuele uitwisseling. Onder invloeden van Italiaanse inzichten ontstond de stijl Classicisme. De vormen uit de Renaissance werden tijdens het Classicisme op strikte en zuivere wijze toegepast. De strenge orde van de Griekse en Romeinse vormentaal sloot namelijk goed aan bij de filosofie van de Verlichting, waarin de rede werd verheerlijkt. Anders dan bij het Maniërisme, lag bij het Classicisme de nadruk minder op zingeving van decoraties en orden, maar meer op benadrukking van symmetrie en proportie. Classicistische architectuur is herkenbaar door een eenvoudige hoofdvorm en goede verhoudingen. Belangrijke Italiaanse figuren van deze nieuwe ontwikkelingen waren Palladio (1505 – 1580) en Scamozzi (1548 – 1616). Palladio kreeg tijdens het Classicisme ook zijn eigen stijl toegewezen, het Palladianisme. Zowel het Classicisme als het Palladianisme worden gekenmerkt door eenvoud en harmonie.
Nederland: verspreiding en kenmerken
In Nederland hebben we gebouwen in deze stijl. Classicistische gebouwen hebben een eenvoudige hoofdvorm, goede verhoudingen en weinig decoratie. Een Classicistisch gebouw is te herkennen aan een symmetrische voorgevel en indeling, pilasters, een driehoekig fronton boven de vensters en een middenrisaliet. Het doet vaak denken aan een tempel. Aan het begin van het Classicisme werden er pilasters toegepast die doorlopen over meerdere verdiepingen, maar aan het eind van deze stijl verdween dit kenmerk.
Het Hollands Classicisme was een zeer belangrijke bouwstijl in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in de 17de-eeuw, die in die periode ook de Gouden Eeuw doormaakte.
Tijdens het Hollands Classicisme wordt er een eind gemaakt aan de Maniëristische bouwkunst, en er wordt enkel op strenge wijze de klassieke orden nageleefd. Hierbij ontstaat dan ook de variant van het Hollands Classicisme: de Strakke Stijl. De Strakke Stijl is de laatste fase van het Hollandse Classicisme in Amsterdam. Rond 1660 verdwijnt de pilasterarchitectuur, en er komt een stijl van soberheid tot ontwikkeling. Gevels zijn vlak, gesloten en gesloten. Grote ongebroken vlakken en strakke verhoudingen nemen het roer over.
Adriaan Dortsman is de belangrijkste architect in deze periode, maar het eerste voorbeeld is van Philips Vingboons: Herengracht 450. De architectuur wordt dan bepaald door de ritmische verdeling van de vensters en de verhoudingen, die nog geheel klassiek zijn, terwijl de klassieke vormentaal beperkt blijft tot de gevelbeëindiging met een kroonlijst met attiek of balustrade en een geaccentueerde middenas met ingangspartij.
Eigenlijk blijft deze klassieke architectuur ook in de 18de eeuw bestaan, maar dan wordt de vormentaal bepaald door de stijl die op dat moment de toon aangeeft, zoals de Lodewijk XIV of XV.
Er blijkt dat er wel een problematiek optrad bij het ontwerpen van woonhuizen die aan deze klassieke orden en daarmee afmetingen moesten voldoen. Zuilen- en pilasterstellingen hebben volgens deze orden een behoorlijke breedte nodig om tot hun recht te komen. Na 1665 neemt het gebruik van pilastergevels dan ook sterk af. In de periode tussen 1665 en 1700 wordt hiermee de Strakke Stijl geïntroduceerd; de laatste fase van het Hollands Classicisme. Gevels bestonden tijdens deze stijl enkel uit een strak ritme van gevelonderdelen: kale vlakken en scherp uitgesneden vensteropeningen. Slechts bij enkele elementen is decoratie te vinden. De strakke stijl wordt vooral toegepast bij grote herenhuizen, maar smalle woonhuizen worden er ook door beïnvloed: ze krijgen een halsgevel zonder pilasters (deze toepassing verscheen voor het eerst bij een gevel van Philip Vingboons in 1638), waarbij de enige versieringen bij de top te vinden zijn.
Materialen en bouwwijzen
De aandacht voor de bouw verschoof naar aandacht voor het ontwerp. De gewenste totaalvorm van Classicistische gebouwen leidde echter tot minder functionele constructies. Plattegronden waren voornamelijk vierkant. Topgevels werden verafschuwd, daken kregen in deze periode alleen omlopende dakschilden met op de hoek geplaatst een schoorsteen. In de loop van de 17e eeuw ontstond er een grote vraag naar kerken, geschikt voor de protestanten. Deze kerken kregen een aanleg met een kruis- of rotondevorm.
Classicistische architectuur in Nederland
De fases van Classicistische architectuur
- Classicisme
- Hollands Classicisme
- Strakke Stijl
- Neoclassicisme